14e Jaargang. 5 Augustus 1877. N°. 14

PHARMACEOTISCH WEEKBLAD VOOE NEDERLAND. Voor Apothekers en Apotheekhoudende Geneeskundigen.

REDACTEUR: R. Jf. OPWIJRDA, te Nijmegen. Prijs per Jaargang, franco per post, ƒ 4,50. Advertentiën; van I—s regels f I,—, elke regel meer 20 Cts. en 10 Cts. voor een N°. van het blad. Een Abonnements-tarief is op aanvrage verkrijgbaar. Bij dit Blad behoort een Bijvoegsel. Nededeelingen. Ingezonden stukken. TWEEDE VEESLAG van de Commissie, van 1 Augustus 1876 tot 31 Juli 1877 belast met het afnemen van het eerste natuurkundig examen voor aanstaande artsen en van het natuurkundig examen voor aanstaande hulpapothekers, vermeld inde artt. 4 en 8 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n», 59), gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad no. 97). Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken. De Commissie, bij Koninklijk besluit van 19 Mei 1876, n°. 14, voor den tijd van één jaar, te beginnen met 1 Augustus 1876, belast met het afnemen van het eerste natuurkundig examen, vermeld inde artt. 4 en 8 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n°. 59), gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n°. 97), heeft de eer aan Uwe Excellentie het verslag aan te bieden van hare laatste zitting, die van 4 Juni tot 18 Juli 1877 te Leiden werd gehouden. De voorloopige vergadering werd door den voorzitter belegd op 35 Mei 187 7 en werd door alle leden bijgewoond. Bij alle verdere zittingen der Commissie is deze eveneens voltallig geweest, behalve den voorlaatsten dag, den 17den Juli, toen de heer Franchimont verhinderd was tegenwoordig te zijn. Op den 20sten Juni, bij gelegenheid der plechtige begrafenis van H. M. de Koningin, is door de Commissie geen zitting gehouden; na het begin der akademische vaoantie op 1 Juli is ook des Zaterdags door de Commissie geëxamineerd. De schriftelijke examens zijn weder afgenomen inde stadsgehoorzaal en de mondelinge in het physisch kabinet en het chemisch laboratorium der Akademie. Op de voorloopige vergadering besloot de Commissie zich, wat de verdeeling in suboommissiën en de verdere inrichting van het examen betreft, te houden aan de wijze, in hare eerste zittin°* gevolgd, zoodat zij dan ook de vrijheid neemt Uwe Excellentie te dien opzigte naar het verslag van hare eerste zitting te verwijzen. Voor het literarisch-mathematisch examen hadden zich 109 candidaten aangemeld. Onder deze bevonden zich twee candidaten, die het eind-examen der hoogere burgerscholen met goed gevolg hadden afgelegd, en twee, die na volbrachte studie aan een gymnasium tot de hoogeschool waren gepromoveerd. Twee der candidaten hadden zich, voor het geval dat zij bij het literarischmathematisch gedeelte slaagden, tevens voor het natuurkundig gedeelte aangegeven. Op den 4den Juni had het schriftelijk gedeelte van het literarisch-mathematisch examen voor alle candidaten te gelijk plaats en tevens het mondeling examen in het latijn voor de twee bovengenoemde candidaten, die in het bezit waren van het diploma van het eindexamen der hoogere burgerscholen. Voor het sohriftelijk examen in meet- en stelkunde werden de volgende vraagstukken opgegeven: 1. Een trapezium door eene lijn, evenwijdig aan de evenwijdige zijden, in twee gelijke trapezia te verdeelen. 2. Van eene pyramide, waarvan het grondvlak een vierkant is, zijn alle ribben 8 c. M. lang. Op een afstand van 4 c. M. van den top wordt een vlak, evenwijdig met het grondvlak, aangebracht. Hoe groot is de inhoud van de afgeknotte pyramide, die door deze doorsnijding ontstaat? 3. Bepaal de waarden van xen y, gegeven zijnde: x : Iliy —88: 26 en 3 y x 38,

UITGEVER: D. B. CENTEN, te Amsterdam. De stukken, welke men wenscht opgenomen te zien, worden ui terlijk Woensdag morgen verwacht bij den Redacteur. De Advertentiën ui ter lijk Vrijdag avond bij den Uitgever. 4. Los op de vergelijking: 5, Zoek den grootsten gemeenen deeler tusschen: #6 ai b -|- ab vi -j- a4 d■— a2 p4 dp3 ah p2 —a mp en ai c2 —a3bc2—c2dm a c2 m2 -j-a3 c2 m a2 c" d a2 c2 m —|— abc2 m. Voor de Latijnsche, Duitsclie en Fransohe talen kregen de candidaten stuktjes ter vertaling en wel voor het Latijn uit Nepos; voor het Duitsch; een gedeelte vaneen //Brief an eine Freundin” van Wilhelm von Hpmboldt; en voor het Fransch een stukje van Cuvier over //la Science et la société.” Voor het schriftelijk examen inde Nederlandsche taal eindelijk hadden de candidaten een opstel te maken over //bijzonderheden uit het leven van den een of anderen beroemden persoon.-’ Vóór het begin van het schriftelijk examen hadden zich drie candidaten teruggetrokken; onder dit examen trok zich één candidaat en gedurende het mondeling examen, dat van 5 Juni tot en met 35 Juni heeft geduurd, trokken zich nog drie candidaten terug. Door 103 candidaten werd dus een volledig examen afgelegd. Van deze verkregen 47 het diploma en werden 55 afgewezen. Toegelaten werden: mejuffrouw Oh. Jacobs en de heeren: D. H. N. Adriani, J. H. Anschütz, C. P. Blaauw, H. Boddé, N. J. van Breemen, H. F. D. Claasen, C. J. van Diermen, E. Dubois, M. C. E. Faassen, H. B. Frackers, J. van Gelder, J. H. van Gennep, P. Gerrits, A. P. G. F. Giese, J. de Greeiï, A. Ham, J. Chr. Hartmann, W. Jaarsma, A. C. v.d. Jagt, S. L. de Jong, H. J. Kessler, P. P. J. Ketner, W. C. Kimmijser, Th. W. L. Kook, J. W. Kok, J. G. Kronouer, P. Kruyne, J. H. Lorey, J. E.v. Meerten, M. J. Morpurgo, D. de Oude, N. E. C. Alex. v.d. Pluym, N. E. C. August v.d. Pluym, J. A. Eademaker, J. M. L. Eaupp, J. J. Einkel, IL J. Simons, J. W. Snabilié, E. Sybolts, H. J. Taverne, N. A. F. Taverne, A. W. de Val, C. J. Veen Valck, H. J. de Voogt, C. van Wisselingh en D. H. Zeegers. Tot de geslaagden behooren de twee bovengenoemde candidaten, die het eindexamen der hoogere burgerscholen met gunstig gevolg hadden afgelegd, één der beide candidaten, die van het gymnasium tot de hoogeschool waren gepromoveerd, en eindelijk één der beide candidaten, die zich zoowel voor het eerste natuurkundig als voor het literarisch-mathematisch examen hadden aangemeld. Ten gevolge der vrijstellingen, die de eerste vier candidaten van de examens in sommige vakken genoten, zijn er in alle vakken 100 examens afgelegd. Van deze waren: in stelkunde voldoende 60, onvoldoende 40; // meetkunde // 45, // 55; // Latijn // 70, // 30; // Nederlandsch // 88, // 13; // Fransch // 70, // 30; en // Duitsch // 80, // 30; en dus in het geheel // 413, // 187; Bij hare beoordeeling bezigde de Commissie weder de cijfers van 1 tot 10, waarvan 5 de beteekenis had van even voldoende. De sommen der cijfers, door alle candidaten gezamenlijk verkregen, bedroegen voor: stelkunde 539; meetkunde 443; Latijn 533; Nederlandsch . . . . 553 ; Fransch 531; en Duitsch. . . . •. . 553;