treden in verbinding met het overblijvende en doet anilin Cja H7 N ontstaan. Deze anilin is eene zamengestelde ammoniak , dat wil zeggen , eene ammoniak afgeleid van de eenvoudige of gewone ammoniak NH3 , door substitutie bij een H vaneen zamengesteld radikaal C, 3 Hs, Waaraan de scheikundigen den naam van phényl gegeven hebben. Het is van haar, dat de kleurende beginsels afkomstig zijn, die men magenta, rosein, azulin, azalein, fuchsin, Parijsblaauw enz. enz. noemt, en die in zulk ®ene hooge mate de aandacht inde laatste jaren getrokken hebben.

Eenmaal in het bezit zijnde van de anilin is niets gemakkelijker dan deze zoo vermogende kleurstoffen der steenkool te bereiden. Men neemt eene kleine hoeveelheid anilin, schudt ze met water, voegt er een weinig oplossing van hypochloris caleicus toe en men ziet spoedig eene schoone maluwe- of purperkleur ontstaan. Dit feit trok bijzonder de aandacht van Per kin, eender leerlingen van Prof. Hofmann , en hij besloot deze kleuren, Welke zoo schitterend, doch daarbij zoo vlugtig waren in blijvenden toestand te brengen. Uitgaande van dit beginsel, dat de anilin eene basis is, die zich met zwavelzuur, even als de ammoniak verbindt, om snlphas anilini te vormen , nam hij aequivalente hoeveelheden amlin en bichromas kalicus , mengde deze tezamen en zag, öa verloop van eenige ©ogenblikken contact, een zwart zeer weinig oogelijk poeder verschijnen, waarin niets eene Verwstof deed vermoeden. Schudt men ze met de ligte steenkoololie, zoo lost dit poeder daarin in groote hoeveelheid °P en laat een ander oogenschijnlijk onbeduidend terug, Welks kleur veeleer purper dan zwart is. De oplossing van dit tweede poeder in alcohol neemt eene zeer donkere Bialuw-kleur aan. Dit tweede poeder nu is juist het anilinpurper, dat tegenwoordig zoo intrek is inde stoffenverwerij. ordt hierbij een weinig zwavelzuur gedaan, zoo wordt de kleur vuil groen ; dit groen gaat door toevoeging van eenige koppels water over in prachtig blaauw, maar keert weder terug

51