ding van lucht rood en werd door ijzeroxydul-oplossing gedeeltelijk geabsorbeerd. Wanneer nu inde donkerbruine oplossing ondersalpeterzuur vervat was, zoo zou, als stik* stofoxyde zou ontwijken de ijzeroxydul-oplossing gedeeltelijk geoxydeerd geworden zijn. doch daarvan was niets te bemerken.

De donkerbruine oplossing bevat alzoo eene verbinding welke bij verhitting in stikstofoxydgas en ijzeroxydulgas ontleed wordt. Lens se n verbindt aan de uiteenzetting der resultaten zijner proeven eene beschouwing over de aanwending der bedoelde reactie tot onderkenning van salpeterzuur, ondersalpeterzuur enz. en is van meening, dat de ontleedbaarheid door water de grond is, waaruit men de reactie in geconcentreerde en sterk zure oplossingen gemakkelijker voort kan brengen dan in verdunde. De beschouwing werd natuurlijk niet door de schrijvers gedeeld. Zij overtuigden zich, dat de donkerbruine kleuring ook in onzijdige en sterk verdunde ijzer-oxydul-oplossingen duidelijk te voorschijn treedt, als men er stikstofoxydgas in leidt, en dat men bij het onderzoek op salpeterzuur alleen daarom sterk zure en geconcentreerde ijzeroxydul-oplossingen aanwendt, opdat het salpeterzuur vooreerst uit zijne zouten afgezonderd en ten tweede spoediger in stikstofoxyde zou kunnen veranderd worden. (Zeitschrift für analytische Chemie 1862. S. 24.J Platinering van koper. Wild heeft onlangs eene manier bekend gemaakt om koper op den natten weg met platina te overtrekken, daarin bestaande, dat men een mengsel van 8 deelen sal ammoniak en 1 deel chloretum ammonico-platinicum met 32—40 deelen water aan de kook brengt en het blank geschuurde voorwerp inde vloeistof legt. Het wordt weldra met me' tallisch platina overdekt, waarna de oppervlakte nog met krijt blank gepoetst wordt. (Hager’s Fharmaceutische Centralhalle 1863, N. 1.)

96