DEPARTEMENT ROTTERDAM. Inde Vergadering van Maart werd door Dr. D. de Loos de volgende mededeeling gedaan over de Aniline-kleurstoffen (1).

De Aniline-kleuratoffen, die door hare prachtige kleuren en gemakkelijke toepassing inde verwerij veler opmerkzaamheid tot zich hebben getrokken , kan men hoofdzakelijk onderscheiden in aniline-violet, aniline-rood en anïline-hlmuw. De scheikundige, die in 1854 het eerst het vermoeden uitsprak, dat binnen weinige jaren de produkten der destilatie van steenkolenteer als surrogaten voor meekrap en indigo ia gebruik zouden komen , was oalv er t te Manchester. Zijn vermoeden was onder anderen gegrond op de overeenkomst in eigenschappen i die er tusschen steenkolenteer en indigo bestaat, daar men uit beide stoifen de aniline en het pikrinzuur kan bereiden. Twee jaren later gelukte het Natanson door de werking van chloorelayl op de aniline het anilinrood te vormen, terwijl aanPerkins enChurch de eer toekomt het anilinviolet in 1858 het eerst te hebben bereid. Sedert dien tijd hebben zeer vele scheikundigen zich met de studie dezer kleurstoffen bezig gehouden, waarvan eenige der voornaamste zijn Hofmann, Verguin, Béchamp, Gerber-Keller, Williams, Bolley, Persoz, Daar de anilin het ligchaam is , waaruit deze kleurstoffen worden bereid , zoo is het niet onbelangrijk deze te bespreken, voor dat wij tot de behandeling der kleurstoffen zelf overgaan. Aniline. Deze stof, ook bekend onder de namen van krystalline, kyanol, benzidam , phenylamine, phenylammoniak enz., werd in 1826 door XJuverdörben gevonden onder de produkten (1) De geachte spreker vertoonde aan de léden de verschillende anilineklenrstóffen én bewees door proeven hét gemak van fiiatie daarvan óp zijde, terwijl verschillende monsters met deze kleurstoffen geverwd vertoond werden, welk een en ander het hoofddoel dezer bijdrage was. P. J. H.

224