stelling, die de quercetin uit quereitrin, bij deze temperatuur gedroogd, bezit. (Journal für pr. Chemie 1866 no. 4.)

Over de inwerking van warmte op ijzeroxydhydraat bij tegenwoordigheid van water; door Edward Davids. De waarneming van glinsterende , oogenschijnlijk kristallijne deeltjes in gepraecipiteerd ijzeroxydhydraat, dafceenigen tijd lang gekookt is geworden, noopte den schrijver tot de volgende proeven, om te bepalen, of het oxyd in watervrijen staat te bekomen is door koking met water. Het hiertoe gebruikte ijzeroxydhydraat werd bereid uit chloretum ferricum, hetwelk verkregen was door invoering van chlorium in eene verdunde oplossing vnn zuiver chloretum ferrosum en uitdrijving van het overvloedige chlorium. De waterbepaling werd door voorzichtig gloeien ten uitvoer gebracht, nadat de schrijver zich van de volkomen afwezigheid van chlorium in het gepraecipiteerd oxyd overtuigd had. 1. Oplossing van chloretum ferricum werd met ammonia gepraecipiteerd, het praecipitaat goed afgewasschen en daarna met gedestilleerd water gedurende 112 uren lang gekookt, waarbij de verdamping door eene inrichting tot condensatie der dampen verhinderd werd. Het oxyd werd daarbij dicht en verloor zijne gelatineuse hoedanigheid. Het werd andermaal uitgewasschen, bij 100° gedroogd en gegloeid. Het verloor hierbij 5,77 pet. 2. De oplossingen werden evenals bij 1 gepraecipiteerd en het praecipitaat, zonder van het chlorammonium af te filtreren, gedurende 100 uren gekookt, daarvan nauwkeurig uitgewasschen en gegloeid, waarbij het 4,05 pCt. van zijn gewicht verloor. 3. In plaats van ammoniak w-erd met een geringen overvloed van potasch gepraecipiteerd, niet gefiltreerd en 100

362