iIDST ... WEST!

Tweede oorlogsjaar in het OOSTEN

Tact en broederlijke liefde De japanners hebben den zeldzamen tact gehad om de door hen onderworpen volken in de bezette gewesten den ingang van het tweede oorlogsjaar in het Oosten te doen **"vi6r6n niGt niGt minder d'aii drie feestdagen. Dat hebben ten minste voor zoover we tveten, zelfs de Duitschers niet gedaan. De Japanners noemen deze feestperiode, het feest van de “ Verrijzenis van Azie. in Indonesië’s voornaamste steden zullen herdenkingstorens worden opgericht, te Bandoeng za^ een “ Grooter-Oost-Azie-Park worden gebouwd en tegelijk neemt het Japansche militaire bestuur het initiatief voor een nieuwe nationale ♦‘met het doel een geest van samenwerking te cultiveeren en het begrip voor den door den oorlog ontstanen toestand te bevorderen.” , , j

Het is teekenend, dat.daar, voor e«i “ nieuwe nationale beweging-'’ noodig is, want dat zegt ons, dat de oude nationalisten in Indonesië daaiwoor met te vinden waren. Overigens zal de Indonesische bevolking qok zonder die herdenkingstorens zich wel herinneren wat die “ verrijzenis van Azië voor hen beteekent, namelijk den ondergang van al hun vrijheid en Welvaart. Velen van hen zullen dien dag bloemen brengen op de graven van de slachtoffers van Japansche bommen, in steden, desas en kampongs, en stellig zullen velen hun Hollandsche vrienden in gevangenkampen gedenken.

De Japanners noemen datgene wat zij aan de bevolking brachten “ busjido,” dat ridderlijkheid en “ letsjiu, d.i. broederlijke liefde. Men moet maar durven.

Het toegepaste systeem

Zoogenaamd om begaafden Indonesiërs belangrijke plaatsen te geven in de Japansche militaire administratie van Java, worden allen die de hoogeschool, middelba,re scholen en onderwijzersopleidingen gevolgd hebben, met alle gewezen Gouv. ambtenaren, journalisten, enz., afzonderlijk geregistreerd. .

Het nut van zoo’n registratie is natuurlijk, dat de Japanners dan weten wie hen het best doorzien en van wie eventueel verzet kan verwacht worden.

Uit alles wat de Japansche radio meldt, spreekt maar één

taal, die van exploitatie. Het duidelijkste symptoom daarvan is het voortdurend aandringen op de uitbreiding van den katoenaanplant. Dat is de grondstof voor de Japansche industrie en als de onderdrukte bevolkingen hard werken dan kunnen zij de producten ervan in den vorm van goedkoopë katoentjes terugkoopen in ruil voor andere grondstoffen. Grondstoffen en grondstoffen alleen, terwijl de Indische Regeering met den ophouw van een grootsche industrie voor Indië zelf begonnen was.

Wat de Japanners bereikten Hoe weinig de Jappen tot nu toe bereikt ‘ hebben, blijkt het

best uit den ophef die ervan gemaakt is, dat te Singapore het eerste daar gebouwde scheepje van stapel is geloopen. Men wete, dat Singapore een uitgebreiden scheepsbouw had, een groote Marineweyf, en dat de bekende Britsche Thornycroft Co. er tal van vaartuigen bouwde. Bovendien had Ned.- Indië in Soerabaja en elders gelegenheid tot scheepsbouw. En dat alles is zoo goed gebruikt, dat een jaar na den overval het eerste schip te Singapore van stapel loopt.

Ondertusschen vergadert te Tokio de vierde economische conferentie inzake “ Grooter Oost-Azië,” om het economisch

oorlogspotentieel van Japan te verhoogen. Minister Tojo heeft indertijd verklaard, dat Japan voorbereid moet zijn op een oorlog van honderd jaren. De heeren begrijpen blijkbaar al, dat het niet een licht karwei zal zijn.

Aan plannen ontbreekt het niet. We noemden reeds het dwaze plan van een tunnel van Sumatra naar Singapore, van uitgebreide spoorlijnen door Sumatra’s onbewoonde yloedbosschen en van een spoorlijn van Sjanghai naar Singapore, 7.830 km. Daar is nu het plan bijgekomen om van Medan, de hoofdstad van Sumatra, met zijn ruim 100.000 inwoners, een stad te maken van 500.000 zielen. De Japanners zeggen de haven, van Belawan, Medans toegangspoort, reeds geheel hersteld te hebben. Ze beweren er een aantal tanks voor palmolie te hebben gebouwd, maar die stonden er al vele jaren voordat de oorlog uitbrak; zoovele, dat Japan stellig geen schepen heeft om den inhoud ervan te vervoeren. Noch de honderdduizenden tonnen rubber, die er werd afgescheept, om van de olie van Rantau Pandjang, Perlak en Aroebaai maar te zwijgen.

DE JAPPEN over volksgezonKeid

En Neerlands testimonium T) ROFESSOR TORAITOJI -K- Tosjio, lid van het Japansche militaire bestuur op Java, heeft na een inspectiereis van 20 dagen door Indonesië, te Batavia de volgende verklaring afgelegd:

“In het algemeen mist de landbouwende bevolking alle kennis op sanitair en hygiënisch gebied. Maatregelen moeten genomen worden •tegen malaria, trachoorn, pokken en pest. Onze politiek is'de inheemschen zichzelf te doen helpen en daarom moedigen wij zooveel mogelijk de Indonesiërs aan een opleiding te volgen in de medische wetenschap. Op de Medische Hoogeschool te Batavia en de Artsenschool te Soerabaja studeeren 30 studenten. Na hun promotie zullen zij naar afgelegen districten worden gezonden. De wetenschappelijke onderzoekingsinstellingen te_ Batavia en Bandoeng blijven de bestudeering van verschillende medische onderwerpen voortzetten.”

Tot zoover deze Japansche verwatendheid. Het leugenachtige ervan hoeft geen betoog. Want als er één gebied is in het bestuur van Indonesië, waarop Nederland werkelijk trotsch kan zijn—en de heele wereld erkende dit—dan is dat op het terrein der Volksgezondheid. Sedert het begin dezer eeuw

is dit gebied zoozeer de bijzondere zorg van Regeering en Bestuur geweest, dat daarin zelfs een der oorzaken te vinden is van Java’s overbevolking. -Wij hoeven ons dus van dit Japansche “ oordeel ” niets aan te trekken.

Van vijf tot vijftig millioen Het feit, dat de bevolking van Java in ruim een eeuw tijds van vijf tot 50 millioen zielen gestegen is, is het allerbeste getuigenis, dat ooit aan eenige Regeering over een tropisch land uitgereikt kan worden.

BETREKKINGEN IN DE STILLE ZUIDZEE

OP 4 december begon m Mont Trembland een tiendaagsche internationale conferentie omtrent de problemen van het Verre Oosten. De conferentie is georganiseerd door het Instituut voor de betrekkingen in het. gebied van de Stille Zuidzee. Aan het hoofd van de Nederlandsche delegatie, die op deze conferentie aanwezig zal pjn, staat Raden Loekman Djajadiningrat. De delegatie bestaat verder uit Dr. G. H. C. Hart, Ir. P. H. W. Sitsen, Dr. P. Honig, Raden Abdul Kadir Atlïiodjo, Luit-Kolonel C. Giebel, en de heeren Hasselman, de

In dien tijd zijn de tropische geesels van pokken en cholera uitgeroeid, terwijl malaria, dysenterie, mijnwormziekte, en ook de pest, in bedwang worden gehouden. In streken waar tot veertig jaar geleden de Inlander nog zijn leeftijd bij pokkenepidemieën van 7 jaren, en niet hij jaren telde, en waar de meerderheid door de pokken gesdhonden was, kennen onze jongere medici de pokken te nauwernood uit eigen ervaring. 9

Voogd, Warning eo van Beusekom.

ST. NICOLAAS TE NEW YORK ST. NICOLAAS is te New York geweest, waar hij aan vierhonderd kinderen in Madison Square Gardens op een door , het Koningin Wilhelmina Fonds georganiseerde bijeenkomst geschenken uitdeelde. Toen de Sint een geschenk aan Theo Doorman, den zoon van wijlen den schout-bij-nacht Doorman, overhandigde zeide hij: “ Jij was een dappere jongen toen je je moeder uit Nederlandsch Oost-Indië hebt helpen ontvluchten terwijl de Japanners op jullie schoten. Je ziet zeker goed uit in je zeemanspakje.” Ook Mevrouw Doorman bevond zich onder de talrijke aanwezigen.