Incisie van den uterus in verticale richting van den fundus tot eenige centimeters boven den omslagplooi van het peritoneum. Bij het insnijden van den uterus wand puilen weldra de ei vliezen sterk uit, zoodat zich een groot deel van de vruchtblaas met het onderste gedeelte der vrucht presenteert. De placenta is niet getroffen. Na het breken der vliezen wordt het kind aan een voet gepakt en gemakkelijk geëxtraheerd. Het kind leeft en wordt na het afklemmen en doorknippen der navelstreng aan een assistent overgegeven. De placenta wordt met de eivliezen verwijderd. De bloeding is matig. hechting van den uterus met diepe en seroso-sereuse zijden hechtingen als inde vorige gevallen. Hierna wordt aan weerskanten de tuba afgebonden met twee zijden ligaturen op ongeveer 2 centimeter van elkander, de mediale ligatuur ligt dicht bij den uterus. Tusschen de twee ligaturen wordt de tuba doorgesneden. De daarbij ontstane wond in het parametrium wordt met peritoneum bedekt, zoodat de stompen ook hierdoor van elkander gescheiden zijn. Vervolgens worden deze wondjes en de gehechte uteruswond na het kort afknippen der hechtingen met jodoform bestrooid en wordt het omentum over den uterus gespreid. De buikwand wordt gesloten in drie étages, de huidwond wordt gekramd. Het kind (jongen) is 51 c.m. lang en weegt 3465 gram. Het begint onmiddellijk te schreeuwen en groeit aan de moederborst voortreffelijk, zoodat het bij het ontslag der moeder (16 Juli) 4130 gram weegt. Het kraambed verliep ongestoord. De temperatuur steeg niet hooger dan 37.°9 (tweede dag), na een glycerine-clysraa kwamen op den derden dag reeds faeces. Op den negenden dag werden de krammen verwijderd. Genezing der buikwond p.p. i. Patiënt werd met haar kind 16.7. ’Ol genezen ontslagen. In October 1903 verschijnt zij op de polikliniek met eenige vage klachten, maar vooral omdat zij ongerust is. Bij haar vertrek was haar gezegd dat zij waarschijnlijk niet weer zwanger zou worden, maar dat de menstruatie waarschijnlijk geregeld zou terugkeeren; de vroedvrouw uit haar woonplaats had haar verteld „dat zoo iets onmogelijk was”. Op den buik waren bij onderzoek de twee litteekens der beide operaties naast elkaar te zien. In geen van beide was een hiaat te bespeuren, daartusschen eenige meerdere resistentie. Zij menstrueerde na de tweede sectio caesarea geregeld. Haar twee kinderen waren gezond en krachtig.

155