Het promontorium staat laag, het sacrum is sterk convex en vormt met het os coccygis een scherpen haak, men voelt een exostose aan de linker symphysis sacro-iliaca, de linea terminalis kan met één vinger worden vervolgd. De diagnose is: algemeen vernauwd plat rachitisch bekken. Besloten wordt het begin der haring af te wachten en dan sectio caesarea te doen. • 9 Mei 1903 ’s nachts om één uur loopt vruchtwater af, zonder dat er eigenlijk weeën zijn. Het hoofd van ’t kind staat links boven den bekkeningang; de foetale harttonen zijn krachtig, regelmatig en frequent. Inden loop van den morgen wordende uteruscontracties sterker, zoodat besloten wordt tegen 11 uur de operatie te doen. Uit den loop der lig. rotunda wordt de placenta aan de achterzijde vermoed. Operatie. Chloroform-aethernarcose. 16 c.c.m. chloroform; 12 c.c.m. aether. De incisie van de huid wordt gemaakt van ongeveer 10 c.m. boven tot ongeveer 10 c.m. onder den navel. De buikwand is dun. De uterus wordt geëventreerd. De buikwond wordt daarachter met een haaktang provisoir afgesloten. De incisie van den uterus wordt laagsgewijze, verticaal van den fundus over de voorzijde gemaakt tot eenige centimeters boven den omslagplooi van het peritoneum. De bloeding is matig, de placenta is niet geraakt. Het kind wordt aan een knie geëxtraheerd en schreeuwt direct, het wordt na afklemmen der navelstreng aan een assistent overgegeven. De placenta, die aan de achterzijde ligt, wordt met de eivliezen verwijderd. Deze moeten in het onderste gedeelte der baarmoeder worden losgemaakt. De uterus wordt met 8 diepe en eenige serososereuse zijden hechtingen gesloten, inde buikholte teruggebraeht en met omentum bedekt. Sluiting der buikwond op de gewone wijze in 3 étages. Duur der operatie ’/2 uur. Het kind (jongen) is 49 c.m. lang en 3500 gram zwaar. Het werd na vijf weken met de moeder gezond ontslagen. Het kraambed verliep ongestoord (op den tweeden dag 37.°9, verder onder 37.°5). De hechtingen werden den 9en dag verwijderd. De huidwond was p, p. i. genezen. Bij het vertrek der patiënt, 35e dag p.p., werd genoteerd : uterus gefixeerd aan den buikwand. Buiklitteeken stevig. Geval XI. A. T., 27 jaar, I gravida, werd 15 December 1903 inde kliniek opgenomen. Zij weet van haar jeugd, dat zij laat leerde loopen,

163