bleek ijdel. Een oude, vrij uitgebreide bloeding bevond zich juist aan de top met enkele gedegenereerde vlokken er in , terwijl slechts eene smalle strook trophoblast was intact gebleven. Die massa bestond geheel uit fibrine, zooals bleek bij kleuring volgens Weigert. De dikte der placenta is het geringst inde capsularis en wel

Overlangsche schematische doorsnede der tuba van geval 111. Lu. == Tubalumen. Amp. Ampulle. Mes. = Mesosalpinx. PI. = Placenta. Cap. = Capsularis. Art. Arterie. geringer naarmate de dikte van het raucosa-muscularis laagje afneemt! Aan den mesosalpingealen kant bedraagt zij 2—3 rn.M. en blijft over de geheele lengte nagenoeg gelijk, terwijl de afstand van de mediale pool der amnionholte in coupe 997 tot de mediale eipool in coupe 1670, 673 X 7 P = 4.71 rn.M. bedraagt. (Yerg. fig. 3). De capsularis is nergens doorbroken, zelfs niet op de plaats der sterkste welving van liet ei in het lurnen. Een dun laagje sterk gedegenereerd weefsel is ook daar nog herkenbaar, sommige slijmvliesplooien zijn gemakkelijk als zoodanig te herkennen het epithelium is echter grootendeels verloren gegaan, slechts hier en daar zijn resten van sterk afgeplatte cellen overgebleven. Het tubalumen, dat overigens geene afwijkingen vertoont, zendt in het mediale gedeelte twee divertikels mediaalwaarts inde muscularis. Zij beginnen gemeenschappelijk in coupe 1150; in coupe 1203 zijn beide geïsoleerd van het hoofdlumen. De kleinste is rond, eindigt reeds in coupe 1267, is dus ± 0.5 mM. lang; zij blijft ver van het ei verwijderd. De grootste eindigt eerst in coupe 1366, heeft dus eene lengte van 1,2 rnM. Deze verloopt schuin

150

Fig. 3.