dooreen smeerkuur of door jodetum kalicum de toename van het vruchtwater tegen te gaan. Gelukt dat niet, staat de toename in omvang van den buik niet stil, komen er respiratie- en circulatiestoornissen of waren deze er reeds, dan zal ontspanning moeten worden verschaft door vruchtwater te ontlasten. De aangewezen weg is dan om liefst door hoogen vliessteek vruchtwater te ontlasten per vaginam. Dat hierbij groote kans bestaat om tevens een einde aan de zwangerschap te maken dooreen meestal ontijdige haring schijnt voor de meesten geen nadeel. In het algemeen kan ik mij met deze communis opinio vereenigen daar het aantal gevallen, waarin bij acuut hydramnion (dat meestal inde 5e en 6e maand der zwangerschap indicatie tot ingrijpen geeft) de zwangerschap haar normale einde bereikt en een levend en levensvatbaar kind geboren wordt, uitermate gering schijnt. Toch zijn er gevallen waarin men door den gewonen vliessteek zijn doel aftappen van vruchtwater niet of slechts met moeite bereikt. Zoodanig geval bestaat wanneer men heeft te doen met hydramnion van den eenen vruchtzak bij een eeneiige tweelingzwangerschap en het hydramnische ei boven, het oligohydramnische ei onder inde baarmoeder ligt. Onderzoekt men dan de vrouw dan vindt men per abdomen het bovenste gedeelte van den uterus elastisch gespannen, dikwijls met duidelijke vochtgolving van links naar rechts. Onderzoekt men gecombineerd, dan vindt men geen fluctuatie van den fundus uteri naar het onderste uterussegment, zooals bij hydramnion van éénlingen. maar vindt men per vaginam een vrucht die boven den baarmoederhals ligt en weinig bewegelijk is. Ineen zoodanig geval, dat ik verleden jaar waarnam en in deze vergadering besprak, was ik overtuigd van het ondoeltreffende eener punctie van de eivliezen door den baarmoederhals en deed ik tot tweemaal toe een abdominale punctie. Het puncteeren van den uterus met de bedoeling om hierdoor een ontijdige haring tegen te gaan en toch het vruchtwater voor zoover noodig te ontlasten is een therapie, die inde achttiende eeuw door Sc ar pa en door Petrus Camper schijnt te zijn aanbevolen. Zij werd inde 19e eeuw door Sc h atz opnieuw met eenige sympathie besproken. Toch kon zij in ’t algemeen geen instemming veroveren. Men achtte haar bij acuut hydramnion onvoldoende en niet zonder gevaar. Men meende dat zij evenmin als de gewone vliessteek een ontijdige haring zou kunnen voorkomen, men vreesde het gevaar van infectie van de buikholte, het gevaar voor het overgaan van bestanddeelen van het ei inde buikholte, het gevaar voor bloeding inde buikholte wanneer men eender groote vaten van de uterus trof.

321