2 maal bij dwarsligging en vernauwd bekken. 1 „ „ hoofdligging. Bij multiparae: 50 maal 5%. als: 25 maal bij dwarsligging en normaal bekken. 14 „ „ idem „ vernauwd „ 4 „ „ hoofdligging. 2 „ „ aangezichtsligging. 1 „ „te groot hoofd (cycloop). 4 „ „ placenta praevia. Yersie en extractie kwamen dus voor bij 4 '/a°/0 der geboorten en 15°/0 der verrichte hulp. B°. Sectio Caesarea. 1 maal bij eene verdronken vrouw, multipara. 4°. damscheurhechtingen. Bij primiparae 61 maal =221/20/o. 52 maal na forceps-applicatie. 8 „ „ spontane geboorte. 1 „ „ versie en extractie. Bij multiparae 5 maal = 0,4°/D na forcipale extractie. Alzoo damhechting gedaan bij 66 vrouwen 51/3000/0 en11070/o der verrichte hulp, en bij 50°/0 der forcipale extracties bij priraiparae. Eerst na 1884 hechtte ik pas de damscheuren. Yóór dat-jaar waren er 24 geweest, daarvan genazen er 18 p.p. i., de overige 6 eerst langzaam. 2 Vrouwen waren er bij, die prolapsus vaginae et uteri kregen, geopereerd werden en daarna herstelden (perineoplastiek). Van bovengenoemde 66 gehechte damscheuren genazen p.p. i. 60 en van de overige vrouwen heb ik van 4, door hun vertrok uit de gemeente, niets meer vernomen, terwijl er voor 2 vrouwen ook nog perineoplastiek noodig was, hetwelk op de Yerlosk. Kliniek te Utrecht is uitgevoerd. s°. Kunstmatige verwijdering dor secundinae. Bij 10 primiparae was lospeiling noodig. Bij multiparae volgden secundinae 28 maal door Credceren en 20 maal pas na inwendige lospeiling. In het geheel dus 58 maal = 4V/r Vóór 1885 hadden deze manipnlatiën den dood veroorzaakt bij 5 vrouwen: door verbloeding éénmaal en door optredende infectie 4 maal. Na dien tijd ontstonden geene slechte gevolgen (aseptiek ! ?).

5