ingangs vernauwing. In het 3de geval traden zeer ernstige stoornissen op. Patiënte was voor de eerste maal zwanger. Er was duidelijk ingangsvernauwing; de achterste dorens stonden te dicht bij elkaar; de cong. diag. bedroeg 10, de cong. vera 8. Inde 7de zwangerschapsmaand begon het hoofd al uitte puilen. Patiënte werd wekelijks gecontroleerd. Toen zij in partu kwam werd besloten de baring voorloopig aan de natuur over te laten met Sectio caes. in petto. De vliezen braken vroeg, het duurde 3 X 24 uur vóór er volkomen ontsluiting kwam. Ha nog 5 uur van krachtige weeën was het hoofd in verscherpt mechanisme gedeeltelijk in het kleine bekken gedrukt. Door de hooge tang werd nu een kind van 3900 gram levend ontwikkeld. Als spreker overeen goede operatiekamer beschikt had, zou hij vroeger S. C. hebben gedaan. Wat de misvorming van het bekken betreft, is hij niet geneigd deze geheel aan de heupluxatie toe te schrijven, maar meent dat ook in zijn geval een combinatie van heupluxatie en rachitis heeft bestaan. Zijn patiënte was in ’t derde jaar pas gaan loopen, en wij weten dat door de heupluxatie het loopen niet zoo belangrijk wordt vertraagd. Andere verschijnselen van rachitis ontbraken echter. Daar de overige mededeelingen van Prof. Kouwer tot geen discussie aanleiding geven, wordt de vergadering gesloten.

146