zich in achterste wandbeenligging, puilt iets uit; na Va uur incomplete uterusruptuur. Kind wordt aan de beenen geëxtraheerd, is dood. Tamponnade. Ongestoord kraambed. 6e. Partus sponte praematurus. 34 weken. Patiënte komt naar de kraaminrichting om opgenomen te worden, wijl zij is gaan vloeien. Berst onderweg heeft zij pijn gekregen. Nauwelijks ligt zij op een brahcard om gewasschen te worden, of wij zien boven de symphysis een welving te voorschijn komen, die bij de volgende uteruscontractie in grootte toeneemt, terwijl de uterus kleiner wordt en ten slotte achter den het kind bevattenden, weeken tumor verdwijnt. De ontsluiting bleek volkomen, het ei was nog intact. Het kind werd nog levend uit den rechter broeden band verwijderd. Tamponnade na de verwijdering der placenta. Ongestoord kraambed. Behalve dat deze vrouw een ernstig vernauwd bekken had, leed zij aan twee kwalen; I°. begon de baring constant te vroeg, en 2°. voelde zij de voorbereidende weeën niet. Bovendien waren steeds de vliezen zóó stevig, dat zij vóór het afloopen van het vruchtwater niet gewaarschuwd werd, dat de baring in gang was. Vandaar, dat zij reeds tweemaal een uterusruptuur kreeg: de eerste maal, omdat bij het breken der vliezen niet vermoed kon worden, dat het o. u. s. reeds in zóó groot gevaar verkeerde, de tweede maal, omdat zij juist even te laat kwam. Toen zij dan ook 15 Nov. 1909 weer kwam, 34 weken zwanger, was goede raad duur. Met het oog op het gevaar vaneen derde uterusruptuur bij de baring per vias naturales was de aangewezen weg S. C. te doen, zoodra de baring zou beginnen. Doch in het vaststellen van dat oogenblik zat de groote moeilijkheid. Daarom hebben wij haar dadelijk opgenomen en hebben dag en nacht om het uur gedurende 15 minuten den uterus laten controleeren, of er ook contracties waren. Het bleek toen, dat de uterus zich 2,3, 4, soms 5 maal inde 15 minuten samentrok, zoodat vooral gedurende de eerste week eènige malen inwendig de toestand van het halskanaal en den baarmoedermond werd nagegaan, zonder dat hij eenige veranderingen vertoonde. Trouwens van den beginne afwas er ongeveer 4 o.M. ontsluiting, wegens links en rechts zich bevindende diepe scheuren, zoodat de onderste eipool onbeschut was. Hierin moet dan ook de oorzaak van den voortdurend optredenden partus praematurus gezocht worden. Den 3den Dec. werd ’s nachts te 2.30 bemerkt, dat de contracties sterker waren. Te 3 uur onderzoekende vind ik den contractiering tot navelhoogte, het kind iu hoofdligging, terwijl patiënte nu ook over pijn klaagt. Inwendig blijkt de ontsluiting volkomen niet alleen, doch het o. u. s. reeds weer zóó gespannen, dat de catastrophe elk oogenblik verwacht kan worden.

178