Leidsche kliniek in stuitligging ter wereld komen, waar niet op het hoofd gekeerd wordt. Maarde cijfers zijn klein, en worden dus door toevalligheden beïnvloed, o.a. door'het feit dat de vrouwen wegens de stuitligging of wegens plac. praevia (dikwijls met stuitligging) naar de kliniek worden gezonden. Het cijfer l'/a %, ontleend aan buiteulandsche statistieken, die men niet beoordeelen kan, is geen betrouwbare maatstaf. De heer van der Hoeven merkt op, dat men dan in ’t geheel geen maatstaf heeft en niets met cijfers zou kunnen bewijzen. Het is ook niet te bewijzen, dat inde Utrechtsche kliniek door de 125 keeringen het aantal stuitgeboorten verminderd is. De heer Kouwet acht dit wèl bewezen, door het feit dat al de gekeerde kinderen in hoofdligging geboren zijn. De culbute mag nu en dan van zelf tot stand komen, maar toch stellig niet altijd. De heer van der Hoeven meent dat nog aan een mogelijkheid gedacht moet worden, nl. dat men meent, dat een keering op het hoofd gelukt is, terwijl die niet gelukt is. De heer Kouwer acht dit slechts als groote exceptie mogelijk. Hij wijst verder nog op do gevaren voor het kind, ook in verband met de wijze van extraheeren. Hij betwijfelt, of de door den heer van der Hoeven gevolgde meer actieve therapie de prognose voor het kind verbetert. De armbreuken en sleutelbeenbreuken, die spreker zoowel inde kliniek als inde polikliniek tot stand heeft zien komen, moeten stellig niet op rekening van langer afwachten worden gesteld. De heer de Sn o o deelt zijne ervaring mede van zijn poliklinische patiënten. Yan 1805 vrouwen, die inde polikliniek onderzocht werden, bevielen er + 1500 inde kraaminrichting. 142 maal werd tusschen de 30ste en de 40ste week een stuitligging gediagnostiseerd, gemelli niet meegerekend. Yan deze vrouwen zijn er 120 inde inrichting bevallen, van wie 6 in stuitligging, 2 in aangezichtsligging, de overige in aohterhoofdsligging, terwijl bij 2 vrouwen keizersnede werd verricht. Twee maal werd a terme hehosteotomie met opvolgende tangexstraotie verricht, 4 maal tangextractie en 2 maal V. en E.; alle andere kinderen werden spontaan, geboren, ook de zes in stuitligging. Drie kinderen zijn dood geboren; I°. keering op het hoofd inde 36ste week; a terme wordt spontaan een gemaoereerd kind van 4 Kg. geboren: lues! 2°. Hydramnion; keering heeft geen zin wegens groote beweeglijkheid, B7ste week stuitligging; kind gemaoereerd, 4 Kg. Lues? 3°. Bekkenvernauwing II para. Eerste haring: prol. funic. kind dood.

286