21. Laparotomibên, waarbij o.a. de uterus werd geëxstirpeerd, maar waarbij, voor zoover na te gaan, GEEN BIJZONDER INFECTIB-GEVAAR DREIGDE. EH * Naam van den « § g | Ö Morbiditeit. SS10 |73 Bijzonderheden. 3 g2 | m> A operateur. <! fes; ï> f •" S-rscL m § | | < 37.5 < 38.1 >3B .3 a S IJ a g -0 j a I Driessen 5 Metritis, praeolimact. bloedingen 25 1 4 Chorioepithelioom 1 Eierstoksgezwellen 2 Vander Hoeven 30 Metritis, praeolimact. bloedingen 8 28|s) 112 16 12 Chorioepithelioom 5 Eierstoksgezwellen 12 Eotopisohe zwangerschap 1 Hydrosalpinx 1 Uterus gravidus (om rectum-carcinoom toegankelijk te maken) 1 Carcinoma tubae 1 Sarcoma uteri I Kouwer 13 Metritis, praeolimact. bloedingen 21 2) Mola destruens 112 1 6 6 1 Eierstoksgezwellen 10 Mendes de Leon 2 Eierstoksgezwel 1 2 2 2 Sarcoma uteri 1 Nijhoff 2 Chorioepithelioom 221 ] Treil* 16 Eierstoksgezwellen 151 15!) 3 9 6 2 Eotopisohe zwangerschap 1 (levend, voldragen kind). I ‘) Temperatuurlijsten ontbreken. 2) Eén patiënt koortst vóór de operatie reeds.

208