komt, bij wie het verlies vaneen kinderlijk leven niet zoo zwaar weegt. Alle omstandigheden in aanmerking genomen zullen de levenskansen voor de kinderen bij algemeene toepassing van snijdende operaties, met name sectio caesarea abdominalis, wel iets verbeteren, die voor de moeders zeker dalen. Ik meen dus, dat placenta praevia als zoodanig slechts bij hooge uitzondering, bij uitdrukkelijken wensch van patiënte naar een levend kind, tot S. C. het recht geeft; wel echter kan S. C. geïndiceerd zijn door complicaties, zooals vernauwd bekken, oude adhaerente cervixscheur e.a.; dan is het echter niet de placenta praevia, maar de complicatie, welke als indicatie moet gelden. Met genoeg kan voor twee dingen gewaarschuwd worden: I°. Tamponnade, die door rust en morphine en, zoo noodig, prophylactische keering is te vervangen. 2°. Extractie, voordat het kind tot de schouders spontaan is geboren. Wie – zooals Schröder zegt alleen met het levender moeder rekening houdt, zal de beste resultaten hebben, en tevens weinig meer kinderen verliezen, dan wie tusschen beide indicaties weifelt. Prof. Kouwer. Behalve degenen, die onder een zoo gelukkig gesternte zijn geboren als de heer Stratz, die nagenoeg geen enkele vrouw door den dood verloor, blijkt het wel, ook uit de thans voor ons liggende rapporten, dat wij allen ontevreden moeten zijn over den uitslag der behandeling: er sterven te veel vrouwen en kinderen ten gevolge van placenta praevia, om niet te verlangen naar een uitweg. Uit hetgeen van elders, inde litteratuur, tot ons is gekomen, zou men kunnen meenen, dat de meer chirurgische behandeling, die ik, gemakshalve, snijdende operaties noem, veel betere resultaten zou moeten opleveren. Daar ook in ons land enkele verloskundigen dien weg zijn opgegaan, scheen het mij wenschelijk, thans daarover samen hier te spreken. Gaat men nu al de sterfgevallen na, die onze statistiek, zooals die hier voor ons ligt, bevat, dan blijkt het duidelijk, dat, op zeer zeldzame uitzonderingen na, geen enkele dier vrouwen dooreen operatie had kunnen worden gered. Dit geldt ook voor de 18 sterfgevallen van Dr. de Sn 00, die overigens, in andere gevallen, wel naar het mes heeft gegrepen. Alle heeren, die hier hun materiaal hebben medegedeeld, zien duidelijk dit feit bevestigd: een zeker aantal sterfgevallen is onvermijdelijk. Men zal altijd vrouwen in behandeling krijgen, die reeds zooveel bloed hebben verloren, dat zij op geen enkele wijze meer

66