De heer Nijhoff vindt het werken met den kolpeurynter bij inversie uteri een niet onbedenkelijke therapie. Hij vraagt, hoe lang het getob met den kolpeurynter wel geduurd heeft? De heer van Dongen kan de groote gevaren van de kolpeurynter-therapie niet inzien. Toen met die therapie begonnen werd, was het gat inden uterus reeds lang genezen en was de temperatuur twee weken normaal geweest, behoudens nu en dan een resorptiekoorts. Hij vraagt, welke therapie Prof. Nijhoff in dit geval zou hebben toegepast? Prof. JSTijhoff zou het puerperium tot rust hebben laten komen, en daarna operatief ingegrepen hebben. De heer Ribbius herinnert aan een geval, indertijd door hem medegedeeld, waar hij na vele maanden er in slaagde een geïnverteerden uterus in narkose te reponeeren. De heer de Sn o o brengt een waarneming van spontane reïnversie in herinnering, door hem eenige jaren geleden hier medegedeeld. Het was een typisch geval, waarbij de geïnfecteerde fundus uit de vulva te voorschijn kwam. Na irrigaties daalde de temperatuur. Toen spreker deze patiënte op den artsencursus wilde voorstellen, bleek de uterus, gereïnverteerd, in anteversie te liggen. Spreker heeft zich toen voorgesteld, dat uterus-contracties de reïnversie tot stand hadden gebracht. Ineen ander geval, door spreker waargenomen, waar sterke bloeding uit den geïnverteerden uterus bestond, gelukte de repositie in narkose, niet door op den fundus te drukken, maar beginnend aan den rand. Daarbij kon hij waarnemen, dat de uterus naar boven ging, als de vrouw een contractie kreeg. Het kiaambed was afebriel. Deze ervaring geeft spreker aanleiding, om bij een versche inversio uteri een poging tot repositie aangewezen te achten. De heer Ribbius vertoont een praeparaat van missed abortiou. De patiënte, een 28 jarige IY gravida, had inde laatste jaren herhaaldelijk klachten gehad over den buik; de lste en de 3de zwangerschap waren met abortus geëindigd, de 2de zwangerschap met de geboorte vaneen diep asphyctisch kind, dat na 2 dagen stierf. Vierde zwangerschap; laatste menses half Nov. 1914. 3 Jan. werd een-klein stelseltje uitgestooten; 10 en 16 Jan. weer een weinig bloeding. 17 Maart, klachten over koliekachtige pijn rechts; uterus ter grootte vaneen vuist, week. Pijnen wijken op morphine-injectie; rechter tubahoek blijft pijnlijk. 5 Juni, nadat patiënte bijzonder goed geweest was en leven gevoeld had, kwam er weder wat gekleurd vocht, waarbij patiënte pijnlijk was; dit vochtverlies herhaalde zich van tijd tot tijd. 21 Juli meent patiënt, dat de buik in omvang afneemt. De uterus heeft de grootte vaneen zwangerschap van 4 maanden.

189