verhouding dan die van Pörster. In geen enkele wordt de wijze van doen van Weigen beschreven. Het is trouwens opmerkelijk, dat de dissertatie van Christell zoo weinig in literatuuropgaven vermeld is: Busch (blz. 329) noemt haar, Ho hl (blz. 208) eveneens en Y rol ik geeft haar op met de bijvoeging, dat het hem niet gelukt was de dissertatie in handen te krijgen. Nu komt voetligging hij sternopagen betrekkelijk zelden voor; onder 45 gevallen van Hübner zijn er maar negen; van de 19 door Playfair vóór 1867 geciteerde zijn er zeven. Lürman beschreef in 1874 een geval vaneen vrouwelijke sternopaag, die met de voeten voor lag. Ahlfeld geeft in zijn bekend werk over: „Die Missbildungen des Mensehen” hier en daar een enkele notitie over de haring, maar een voetligging is er niet hij. Wanneer wij nu deze 17 gevallen nader bezien, dan is in vier gevallen de partus spontaan afgeloopen, in zeven is de diplopaag ter wereld gekomen door tractie met meer of minder moeite en zes maal moest worden overgegaan tot eventratie om de verlossing te beëindigen. Onder de acht maal, dat tractie voldoende was, is vijf maal opgegeven, dat aan alle vier voeten tegelijk getrokken is; bij de andere is alleen vermeld: „Pusslage, Extraction”. De partus, door Lürmanl) geleid, moge nader besproken worden. Een secundipara, oud 28 jaar, begon op 30 Juli 1870 weeën te krijgen. Acht weken te voren had zij de vroedvrouw geraadpleegd, daar zij zoo bizonder veel leven voelde in het onderste gedeelte van den huik. Deze had bij onderzoek veel kleine deelen gevoeld en had gemelli gediagnosticeerd. Toen nu de aocoucheuse bij het begin van de haring bij inwendig onderzoek verschillende kleine deelen door het ostium kon bereiken, had zij voorgesteld, een medicus ter hulpe te roepen, maar dit werd geweigerd, daar hij de eerste bevalling was gebleken, dat het bekken normaal was en de weeën nu krachtig waren. ïe negen uur braken de vliezen, er liep veel vruchtwater af en bij flinke weeën werden twee voeten en ook nog een stuit geboren, terwijl bij onderzoek bleek, dat nog twee voeten inde vagina lagen. Te elf uur werd nu toch de hulp vaneen verloskundige ingeroepen. Deze liet de vroedvrouw de twee achterste voeten terugdringen en op zijde houden, terwijl door hem tijdens een wee tractie uitgeoefend werd op de twee naar voren gelegen voeten. Het resultaat was nihil en de vroedvrouw klaagde, dat het haar niet mogelijk was het aan haar zorgen toevertrouwde voetenpaar terug te houden: deze drongen bij iedere tractie zeer sterk tegen het perinaeum. Nu werden ook l) Ein Pall von Sternopagie, von Wilhelm Lürman, Kiel 1874.

13