Uit deze gevallen moge blijken, hoe voorzichtig men moet zijn met het stellen der diagnose pemphigus op grond van een hullens exantheem. De ziekte van Duhring wordt niet door alle dermatologen als een zelfstandige ziekte erkend. De eerste, die bezwaar maakte, was Kaposi x), die op het internationaal congres te Parijs van 1889 de ziekte van Duhring een „Yerlegenheitsdiagnose” noemde. Ook Riehl kan met de opvatting van Duhring niet meegaan; hij schrijft: „Wir halten unter anderen auch die von Duhring als Dermatitis herpetiformis beschriebene und die Dermatite polymorphe douloureuse Brocqs klinisch für zuwenig differenziert, um sie als selbststiindige Krankheitsbilder anerkennen zu konnen”. Waar dermatologen van ervaring het zoo oneens zijn, daar past den niet-specialist de voorzichtigheid de scheiding tusschen de ziekte van Duhring en pemphigus niet te scherp. te trekken. Wat Scheuer2) schrijft over de herpes gestationis: „Man wird daher gut tun, alle diese Falie nicht nach der Art ihrer Eruption zu trennen, sondern sie nach ihrer in allen Pallen identischen Atiologie zu vereinigen”, zouden we ook willen doen gelden voorde door ons beschreven bulleuse huidaandoeningen, waar een gemeenschappelijk aetiologisch moment — de menstruatie — aanwezig was. Wil men tot eene betere groepeering der heterogene pemphigusgevallen geraken, dan is daarvoor in de allereerste plaats noodzakelijk een beter inzicht in de verschillende oorzaken, die de bullae doen ontstaan. Niettegenstaande talrijke onderzoekingen is van de pathogenese nog weinig bekend. Ons inziens wordt aan een verschijnsel, dat vaak bij pemphigus schijnt te worden aangetroffen, te weinig aandacht geschonken, nl. aan het oedeem, dat op verschillende plaatsen van het lichaam kan optreden. Zonder dat de bovenliggende huid aangetast is, ziet men vaak aan de onderste ledematen oedemen optreden, die na eenigen tijd verdwijnen; oederaateuse zwellingen onder de gedeelten van de huid, die door efflorescenties zijn aangetast, worden ook vaak waargenomen; deze oedemen zijn duidelijk gelocaliseerd en van tijdelijk karakter. De veelvuldig voorkomende combinatie van oedemen en exanthemen (pemphigusblazen) achten wij uit een pathogenetisch oogpunt van groote beteekenis. Wij komen straks hierop nader terug. De aetiologie van pemphigus vulgaris is geheel onbekend. Waar >) Arohiv. f. Dermatologie und Syphilis 1892, pag. 395. 2) L. c. pag. 106.

18