kennen, dat de regelmaat van een en ander wordt beheerscht door het centrum; hier is de regelaar, do rem, de doelmatige verdeeler gezeteld. Zoo is de krab-reflex in den achterpoot bij een dier met geschonden ruggemerg nog wel bewaard gebleven, maar de zuiverheid, de volkomen doelmatigheid is verminderd, de coördinatie heeft geleden. Ik mag hieraan toevoegen, dat de samenwerking tusschen het centrale zenuwstelsel en het eigen zenuwtoestel van de geslachtsdeelen ons nog zeer onvolkomen bekend is. Dit in het oog houdend, moet men het op zijn minst als lichtvaardig brandmerken, wanneer men schematisch, in het algemeen, een belangrijk gedeelte van de functie van het centrale zenuwstelsel, het bewustzijn, bij een zoo verwonderlijke functie der geslachtsdeelen als de baring is, zou willen uitschakelen. Dit zou in strijd zijn met den plicht de grenzen van ons weten te eerbiedigen. Al mogen in de hierboven bedoelde, niet al te talrijke gevallen, waarin de functie der hersenen was uitgeschakeld, de baring bij de zieke vrouw of het proefdier oogenschijnlijk zonder eenige stoornis zijn beloopen, dit kan nooit als bewijs dienen voor de volkomen overbodigheid der hoogere controle door het centrum. Evenmin zou men de ervaringen, in vele duizendtallen van baring in scopolamine-bedwelming opgedaan, ook al gaven die niets dan voordeelen te zien, als een bewijs voor de volkomen nutteloosheid der pijn mogen laten gelden. Zelfs dan nog zou voorzichtigheid geboden zijn. Zoover zijn wij echter nog lang niet: de gevaren van scopolamine, met of zonder morphine toegediend, zijn voor moeder en kind reeds ruimschoots bekend geworden. Wanneer wij ons herinneren, dat aan de chloroform-bedwelming bij de natuurlijke bevalling heel wat minder onheil is ten laste gelegd, dan thans reeds geschied is ten opzichte van scopolamine, en dat nochtans, na proefneming op nog veel grooter schaal, zonder opzienbarende berichten, haar glorie is verbleekt, dan kan men hetzelfde lot voorspellen aan den „Dammerschlaf” van onze eeuw. Dit verandert echter niets aan het feit, dat wij ons thans nog op een hoogst gevaarlijk pad bevinden. Het gevaar wordt voornamelijk gekenmerkt dooi de gretigheid, waarmede leek en arts zich op de soopolaminemethode hebben geworpen. Wij gaan dan ook een weinig verkwikkelijk tijdperk tegemoet, ook in ons land. De hoogere klassen dor maatschappij, verblind door buitenlandsche mode en reclame, zullen ook ten onzent eischen gaan stellen, waartegen niet ieder geneesheer zal opgewassen zijn. Reeds nu kan men internationaal ontwikkelde Hollandsche vrouwen hooren
136