blijkelijk zware kinderen vooral aan den hoogen kant te blijven bij de schatting. Het omgekeerde echter schijnt te volgen uit de uitkomsten bij kleine kinderen: minder dan 3200 gram wogen 1213 zuigelingen. Hier bad overschatting plaats in 33.7 °/0, onderschatting in 9.9 °/Q der gevallen: juist was de schatting in 56.4 °/Q. Bij klaarblijkelijk kleine vruchten zou men dus goed doen bij de schatting aan den lagen kant te blijven! Ik ben, natuurlijk, mij wel bewust, dat men deze uitkomsten schouderophalend ter zijde kan leggen met de opmerking; „gissen is missen”. Aan de juistheid dezer verzuchting worden wij in de uitoefening van de geneeskunst schier dagelijks herinnerd. Wie echter, zooals mijn assistenten en ik, de overtuiging heeft gewonnen, dat bij ernstig voortgezette oefening toenemend zelfvertrouwen gerechtvaardigd is, mag de uitkomsten uit een ander oogpunt bezien. Wij mogen in het overzicht m. i. een vingerwijzing vinden, die ons pogen wellicht vruchtbaarder kan maken. Men gaat aldus te werk; na bezichtiging en betasting, met waardeering van de hoeveelheid vruchtwater, de dikte van den buikwand, de mate van indaling van de onderste uteruspool in het bekken, verschaffen wij ons een indruk, of het kind van gemiddelde grootte schijnt te zjjn of niet. Vinden wij geen duidelijk sprekend verschil met den indrtik van „normale grootte”, dan is de schatting 3200—3400 gram ten naastebij gerechtvaardigd, maar moeten wij in het oog houden, dat de kans op onderschatting grooter is dan die op overschatting, en dus een correctie aanbrengen in den zin van verhooging. Is de indruk die van een groot kind, dan herinneren wij ons, dat wij bij 1143 zware kinderen bijzonder dikwijls de fout der onderschatting maakten, en corrigeeren dus nog sterker in de richting van verhooging. Daarentegen bedenken wij, dat bij den verkregen indruk van een klein kind onze fout het veelvuldigs! in overschatting heeft bestaan, en brengen wij dus de correctie aan in den zin van verlaging. Het onderstaande overzicht geeft, naar het mij voorkomt, een tamelijk duidelijk beeld van onze tekortkomingen: Alle schattingen te zamen: (Kliniek 1903 tot en met 1919) juist 1541 =54 °/Q te hoog 538 — 18.8 % te laag 774 = 27.1 % 2853 fout vooral; onderschatting.

189