21 Maart Roode bloedlichaampjes 2.270.000 vóór bestraling 2de serie Witte „ 86.100 9 April, einde bestraling Roode „ 2.340.000 2de serie, 8 velden Witte „ 25.200 11 April Roode „ 2.120.000 Witte „ 18.700 15 April Roode „ 2.140.000 Witte „ 14.000 19 April Roode „ 2.410.000 Witte „ 12.600 22 April Roode „ 2.210.000 Witte „ 16.400 29 April Roode „ 1.980.000 Witte „ 38.100 i Mei Roode „ 2.750.000 begin bestraling 3de serie Witte „ 58.500 12 Mei Roode „ 2.290.000 eind bestraling 4 velden Witte „ 13,000 3 Juni Roode „ ruim 2 mill/oen. 1 veld bestraald Witte „ I voor bestr4ling 18000 \ na „ 15000 17 Juni Roode „ 2.110.000 Witte „ 9.300 Over de gunstige resultaten, welke met de bestraling bij lèukaemie worden verkregen, heerscht eenstemmigheid; Grawi tz b.v. zag het aantal witte bloedlichaampjes dalen, na 6 weken te hebben bestraald, van 1250000 tot 8000, Krause een vermindering van 310000 tot 10000 na een maand bestraling, enz. In dat opzicht overtreft deze behandeling verre die met staal en arsenicum. In ons geval werd pas na de 23e serie een zeer belangrijke vermindering aangetoond, welke nog voortschreed de eerste week na ophouden der bestraling, om dan weliswaar weer te stijgen. Het blijkt verder, dat door de bestraling speciaal afnemen de abnormale cellen, dus de myelocyten, dat zijn dus de pathologische, onrijpe, zeer gevoelige cellen. Een volkomen verdwijnen dezer cellen werd echter slechts zelden gezien. Ook het aantal basophile cellen („Mastzellen”) kan kleiner worden, zoodat een betere verhouding tusschen het aantal neutrophile, eosinophile en basophile cellen optreedt. Ook is men het er over eens, dat de bestraling een gunstigen invloed uitoefent op de roode bloedlichaampjes, die regelmatig bij

316