N.V. KONINKLIJKE PELLERIJ „MERCURIUS" voorbeen GEBROEDERS LAAN WORMERVEER
NINA ROLAND
DE STEM
Het was al bijna twee jaar geleden dat Joop zijn verloving met Luus had verbroken. Waarom, dat had zij nooit begrepen. Reeds langen tijd was hij minder hartelijk geweest en ten laatste had hij haar bepaald verwaarloosd. Ze had er onder geleden en toen hij haar eindelijk haar woord teruggaf, was zij wekenlang ziek geweest. Langzaam aan had haar jonge gezonde lichaam zich weer hersteld van den schok. Van tijd tot tijd ging zij weer eens uit, oogenschijnlijk was zij weer vroolijk en opgeruimd, maar diep in haar hart bleef de herinnering knagen. Telkens weer moest zij denken aan den man, dien zij zoo had liefgehad en die haar verstootte.
Misschien was dat de oorzaak wel dat zij het slachtoffer werd van het autoongeluk. Het was druk op het groote plein waar zij snel over liep, het krioelde van auto's en andere voertuigen. Plotseling gebeurde het. Een groote roode wagen kwam met onverantwoordelijke snelheid uit een zijstraat, krakend en steunend schuurden de remmen, er klonk een hartverscheurende kreet, toen volgde een slag en daarna niets meer.
Slechts met moeite gelukte het enkelen omstanders, de roerlooze gestalte van het jonge meisje onder den wagen vandaan te halen. De bestuurder van de auto lag op zijn knieën, bleek en met schrik in zijn oogen. Voorzichtig nam hij het meisje in zijn armen en vroeg wat hij doen kon voor haar. Hij stamelde een paar zinnen en wendde zich eindelijk radeloos tot de omstanders. Het meisje had niets gezegd en er vloeide bloed uit haar wonden. De mouw van zijn jas was bevlekt, maar hij bemerkte het niet eens,
In het eerst had de slag haar verdoofd en daarna toen zij begon te begrijpen had de schrik haar het spreken onmogelijk gemaakt. Toen drong opeens de stem tot haar door... de stem van Joop... Zij voelde hoe iemand haar in zijn armen hield en zij wist bij intuïtie dat het Joop was. Zij kon zich niet vergissen, door de onmiskenbare sigarettengeur die uit zijn kleeren kwam. Zij poogde haar oogen op te slaan, maar er scheen een wond te zijn die het haar onmogelijk maakte. Ze kon niets zien en wanhopig tilde zij met een moe gebaar een bevende arm op om te voelen wat er was... bi] haar oogen... Een onbeschrijfelijk wee gevoel maakte zich van haar meester, toen zij voelde dat haar hoofd nat /•
en warm was... bloed. Met 'n zachte kreet gleed haar arm weg en toen wist ze niets meer.
Toen ze bijkwam. vertelde een zachte vrouwenstem haar dat ze in het ziekenhuis lag, omdat ze gewond was doordat een auto haar had aangereden. Ze knikte en bracht weer een moede, verbonden arm naar haar hoofd... Er was iets niet in orda met haar oogen... zij kon niets zien..
Haastig kwam de zuster bij haar en zei:
„Maak II niet bezorgd, het heeft niets te beteekenen.
U zult alleen een poosje dat verband moeten dragen, maallater zult U weer kunnen zien. Verder bent U er wonderlijk aoed afgekomen, U heeft . niets gebroken. Alleen was er een wond aan Uw hoofd en die belette U te zien.
De dokter heeft alles in orde gebracht en het is nu alleen een kwestie van tijd." Luus antwoordde niet.
Toen zij dien middag op het plaveisel lag, had zij zeker geweten dat het Joop was die haar had aangereden, Joop die haar in zijn armen had gehouden, en opnieuw was het verlangen naar hem in haar boven gekomen.
Een uur later kwam de zuster zeggen dat er een heer was die haar graag bezoeken wilde... of zij hem wenschte te ontvangen. Het was de heer die de schuld droeg van het ongeluk. Zij knikte dat zij hem ontvangen wilde en een vage blijdschap kwam in haar hart.
Er kwam iemand binnen en Luus wachtte op zijn eerste woorden. Zij hoorde dat hij naast haar ledikant ging zitten en er was een geritsel van vloeipapier.
,,Ik wist niet, wat ik doen moest," begon een fluisterstem, „en ik ben dom genoeg geweest om bloemen mee te brengen... chrysanten, geloof ik... Ik had er aan moeten denken dat het Uw oogen waren... Neem me niet kwalijk..." Een vreemde beklemming bekroop Luus... dit.,, dit was Joop niet... het leek in niets op de stem van Joop... Hier was een ander... Was het dan mogelijk dat Joop toevallig gepasseerd was en dat hij niet meer gedaan had dan wat ieder in een dergelijk geval zou doen...
„Was U het die in de auto zat?" vroeg zij met moeite.
„Ja," zei de stem weer, „ik ben de schuldige en ik weet niet wat ik doen moet om het weer goed te maken. Ik weet niet wat ik zeggen moet om U mijn excuus te maken... ik reed veel te hard en het is allemaal mijn schuld. Wilt U... wilt U misschien de bloemen even betasten... ik zou het zoo prettig vinden..." Gewillig voldeed zij aan zijn verzoek. „Chrysanten," mompelde zij en dacht er aan hoe dikwijls Joop haar chrysanten had gegeven omdat het haar lievelingsbloemen waren. Toen flitste het door haar vermoeide hersens hoe het mogelijk was dat deze vreemde kon weten dat het juist haar lieevlingsbloemen waren... Weer kwam de gedachte in haar op, dat het toch Joop was die naast haar zat. Jcop, die door zijn zenuwachtigheid geen meester van zijn stem was...
Voorzichtig strekte zij haar hand uit en raakte den arm van den man naast haar. Zij zocht zijn hand en tastte... Met een
GEZOND EN KRACHTIG VAN LICHAAM EN GEEST. Nederlanders. Ook Uw vaderland is in gevaar. Helpt mede, het Bolsjewisme te vernietigen, door dienst te nemen bij de Waffen S.S. Vcor aanmelding en inlichtingen wende men zich tot de Waften S.S. Stadhouderslaan 32, Den Haag.
Foto Fellinqa Peter*