met harten spelen

door

Ir Edmond Nicolas

Ik kondigde verleden week aan, dat we met harten zouden gaan spelen. Dat mogen wij, geïnteresseerd als we zijn in de geheimen der natuur natuurlijk doen. Voor bevallige jonge dames is het spelen met harten natuurlijk ten strengste verboden. Wij spelen trouwens met konijnenharten, herinnert U zich nog wel. We hadden het geïsoleerde hart in leven gehouden, terwijl het konijn al naar de keuken verhuisd was, en we hadden gezien, dat die zenuwknoop van Keith-Flack het tempo van het ongeschonden hart regelt. We hebben die knoop verwarmd en afgekoeld, en de invloed daarvan op het tempo was duidelijk.

Wat gebeurt er nu wanneer we die zenuwknoop op een of andere manier uitschakelen?

We kunnen hem bijvoorbeeld een beetje te veel verwarmen, of wegetsen met helse steen. Gaat het hart dan stilstaan? van

Laten we nu eens even aannemen, dat bijvoorbeeld zo'n geïsoleerd hart met een tempo van zeventig slagen per minuut aan ons apparaat hangt te slaan. En nu vernietigen we ineens die zenuwknoop. Dan zien we even het hart tot stilstand komen: het rilt en trilt nog wat na, en net als we denken dat het nu afgelopen is, dan worden die trillingen weer sterker, en ziet, eerst een paar keer nog aarzelend, maar geleidelijk zekerder wordend, begint het hart weer te slaan. Maar het tempo is veel geringer dan zoeven. Terwijl de voedingstoestand van het hart gelijk blijft, en de temperatuur niet veranderd is, is het tempo teruggevallen tot ongeveer de helft of hoogstens tweederde. En als we heel goed toezien, merken we nog iets bijzonders op.

Zólang de prikkelingen uitgingen van die knoop van Keith-Flack, zagen we heel duidelijk dat er enige tijd verliep, een paar tiende seconden minstens, tussen het samentrekken van de boezems en de kamers. Het was alsof de samentrekking zich voortplantte vanuit dat centrale punt, door heel het hart, en liet lag als het ware voor de hand, dat de boezems, die het dichtste bij waren, dus het eerste samentrokken.

Dat is nu veranderd. Na ons ingrijpen zien we, dat dat tijdsverschil veel geringer is geworden, ja soms is er geen tijdverschil meer: boezem en kamers trekken gelijktijdig samen. Er is dus blijkbaar een ander regelend centrum in werking getreden.

We weten waar dat ligt: het is weer zo'n zenuwknoop, die ligt op de grens van boezems en kamers. Is alles normaal, dan treedt dit centrum dus niet in werking; valt de prikkel van de eerste centrale uit, dan komt de tweede in werking.

En nu zetten we ons misdadig spelletje weer voort: we vernietigen ook nog die tweede zenuwknoop, die naar de ontdekkers genoemd is: Aschof-Tawara. Is het nu uit met dat kloppen van het hart?

Laat ik maar direct zeggen, dat het hart blijft kloppen, dat er nog een derde centrale in het hart aanwezig is, en wel een zenuwbundel, die uitgaande van de Tawaraknoop, zich verspreidt door heel de hartspier. In het normale hart werkt deze bundel, ontdekt door Hiss, als geleidingsapparaat, als telegraafdraad, zouden we kunnen zeggen. Ontvangt deze bundel echter geen seintjes meer, dan gaat hij rustig zelf seinen geven: het hart klopt door. Maar we zien wel, dat de volgorde der bewegingen nog iets ongewoner is geworden dan toen we draaiden op de knoop van Tawara. We kunnen spreken van geledingsstoornissen, want het kan gebeuren, vooral als we ook die

geheimen van ons leven

bundel van Hiss beschadigen, dat de boezems en de kamers zich weinig meer van elkaar aantrekken, en elk rustig hun eigen gang gaan: het rhytme van het hart is totaal verstoord.

Zijn we nu aan het eind van ons latijn; houdt het hart op met kloppen als we nu ook nog die bundel van Hiss vernietigen?

Laten we direct zeggen, dat het onmogelijk is, die bundel in al zijn vertakkingen te vernietigen, maar als we hem grondig beschadigen, dan is het inderdaad afgelopen met het automatische kloppen van het zoogdierhart. Niet met een kikkerhart of iets dergelijks.

leven Men kan uit een kikkerhart kleine spierbundels vrijmaken, en wanneer men die voedsel en zuurstof geeft, dan zullen die nog regelmatig gaan samentrekken en ontspannen: de spiervezel heeft nog een automatische beweging. Maar in dit verband wilde ik nog wijzen op een merkwaardigheid.

Toen degene, die dit voor het eerst gezien had. het beschreef, ontmoette hij vrijwel overal ongeloof. Allerlei onderzoekers probeerden zijn proef na te doen, en in de allermeeste gevallen mislukte het experiment grondig. Na veel geharrewar vondt men de reden van die mislukking. Wanneer men die vezels uit het kikkerhart sneed met een normaal, stalen mesje, dan was de kans op welslagen gering; gebruikte men glazen of platina gereedschap, dan slaagden haast alle proeven. En men kon aantonen, dat juist die hele kleine beetjes metaal die in oplossing gaan, die spoortjes ijzer, funest werkten op de gehele hartautomatie. IJzer, maar vooral koper, ook in minieme hoeveelheden, toegevoegd aan de voedingsvloeistof, vergiftigden het hart, verstoorden zijn „gevoel voor rhytme en maat".

Wie weet wat bet is?

OPLOSSING

„ONDANK IS WERELDS LOON".

De prijswinnaars zijn:

B. Suppen, Molenveld K 136 D, Herpen N.B.; Mej. L. Schutte, Dolfijnstraat 18, Haarlem; Wnr le kl. O. G. v. Veen, 030309000, Sch. Bt. Lua, Schalkhaar (O.); B. Elings, Loenensestraat 2, Slijk-Ewijk; D. v. Barneveld, Rembrandtstraat 13, Zutphen; G. Hekman, Zeestraat 6, Den Oever.

NIEUWE OPGAVE

Een oud sprookje vertelt: Drie vrouwen waren veranderd in bloemen, die op het veld stonden, doch slechts een van hen mocht 's nachts in haar huis zijn.

Daar sprak zij eenmaal tot haar man, toen zij weer naar het veld moest om een bloem te worden: „Als jij mij morgen vroeg komt plukken, zal ik verlost worden en altijd bij je kunnen blijven."

Zo geschiedde het. Nu blijft de vraag hoe haar man haar herkend heeft, terwijl alle drie de bloemen geheel gelijk waren.

Schrijf de oplossing op een briefkaart en zend deze vóór 26 Mei a.s. aan de redactie van dit blad. Als prijzen zijn zes rijksdaalders beschikbaar.

FOTO-VREUGDE

HET GOEDE DEEL

Rubriek voor iedereen, die goed wil fotograferen

Door deze „uitsnijdingen", die bij het afdrukken dus uit het negatief worden „gelicht" en die wij afzonderlijk boyên aan de pagina afdrukken, worden al dadelijk de zoeven genoemde minder goede dingen vermeden. De eerste foto is niet onverdienstelijk, doch de beide laatste verdienen verre de voorkeur.

Kort en goed, wilt u een negatief laten vergroten, bekijkt het goed, bespreekt het met de vak-fotograaf, die de afdruk verzorgt, en.... kiest het goéde deel!

FOTO-DOKTER.

Afzonderlijke afdruk van „Ausschnitt" 1 (langs de gesloten lijn), waardoor aanmerkelijke verbeteringen worden bereikt, zoals de fotodokter ditmaal in zijn wekelijkse praatje nog nader verduidelijkt.

Boven: Gedeeltelijke afdruk van het negatief, zoals aangegeven langs de stippellijn.

Een van de plezierigste dingen van het gehele fotograferen is.... alles zelf te doen. Er zijn nog altijd te veel mensen, te veel amateur-fotografen ook, die denken, dat het fotograferen alleen maar bestaat uit het „knippen van een plaatje". Daarmede is voor velen de kous af, de rest laten zij over aan een „vakman" en de resultaten zullen zij naderhand wel zien.

Laat ons eens aannemen, dat dit inderdaad het plezierigste deel van het fotograferen zoü zijn, dit plaatjes knippen, dan kan men toch in ieder geval vaststellen, dat men door al het andere uit te sluiten dit deel van het fotograferen nimmer goed onder de knie zal krijgen. Immers, indien men niet zelf ontwikkelt en niet zelf afdrukt, zal men ook nimmer ervaren, wat er nu eigenlijk fout was aan de opname. Want alleen de na het opnemen volgende handelingen kunnen ons dit door de practijk leren. Een van de eerste dingen, die wij dan ook in de komende weken in onze fotorubriek zullen gaan doen, is het leren zélf te ontwikkelen. Er blijft heus nog genoeg over voor „de vakman", laat die maar onze gewone vacantiekiekjes ontwikkelen en afdrukken. Er zijn veel amateurs, die van een goed geslaagd negatief een vergroting'willen hebben. Het negatief gaat dan naar de vak-fotograaf, die uiteraard niet precies weet, wat de bedoeling van de opname is en derhalve een zo groot mogelijk deel van het negatief afdrukt. En in verreweg de meeste gevallen nu is bij het afdrukken een zo groot mogelijk deel van het negatief precies tegengesteld aan het goéde deel.

De foto onderaan deze pagina toont ons een vergroting van een 6x6 negatief, waar èlles op staat. Dus ook: de gehele, vrij donkere linkerzijde; de akelige bovenkant en rechterhoek, een witte lucht zonder enige tekening (een geelfilter had hier al dadelijk verbetering gebracht, zeker bij enige bewolking); voorts de lege rechterkant van het weiland en ten slotte de ietwat rommelige onderzijde.

De gesloten en de stippellijn op deze foto geven tweemaal een zogenaamde „Ausschnitt" (wie geeft ons hiervoor eens een goéd Nederlands woord?)

Vergroting van een 6x6 negatief met gebruikmaking van alles, wat er op het negatief staat. De gesloten lqn en de stippellijn geven twee mogelijkheden aan tot het maken van „uitsnijdingen", waardoor de foto artistiek beter verantwoord is.

„FOTO-BUS"

TUSSEN NIET EN WEL — Een

tweetal amateurs zond ons foto's, die goed illustreren wat een vorig maal op deze fotopagina werd besproken: het maken van een „plaatje" van vrienden en kennissen. Het foto'tje van de heer C. V. te V. maakt precies duidelijk, hoe het nu beslist niét moet. Wie zal er enige attractie vinden aan de opname van die twee aardige meisjes, die daar zo stokstijf en ons goed pal in het gelaat kijkend voor een lelijke, onrustige en overal hinderlijke schaduwen werpende achtergrond staan? Neen, dat moest verboden worden! Daar de foto bovendien niet geheel scherp is zullen we maar zeggen: een volgende keer beslist beter, mijnheer C. V. Dan is de opname van het kleine meisje in het bloembollenveld, gemaakt door de heer J. K. te A„ al veel aardiger. Het „aankijken" stoort hier ook niet zo erg. Toch is ook deze foto niet geheel scherp en hoewel de heer J. K. het er niet bij vermeldde, veronderstel ik, dat deze opname met gebruik van een geelfilter werd gemaakt, hetgeen ik in dit geval beslist niet had gedaan. Een zeer goede amateur-portretopname is de derde, ook van de heer J. K. te A., waarbij het gebruik van de geelfilter niet alleen verantwoord maar noodzakelijk is. Het gezicht van de vrolijk en ongedwongen lachende dame (blijkbaar ook „in de bollen" geknipt) had iets meer naar het toestel gekeerd kunnen zijn, waardoor de iets te sterke schaduw rechts meer vermeden had geworden. Dit is overigens een plaatje, waarvan men ook na jaren nog plezier zal beleven!

MR. FIXEER.