potten en muren en schotten worden stevig met mest volgestopt waarna in iedere pot azijn van ongeveer 5 % sterkte wordt gegoten en de loodspiralen ingeplaatst.

Men let er op, dat het lood de azijn niet raakt, en plaatst op de potten losjes de bijbehoorende deksels. Daarna wordt op de boven de rijen uitstekende schotten een vloer van

planken gelegd, die dient als bodem voor een volgende laag mest en potten welke precies als de vorige opgebouwd wordt. Zoo stapelt men eenige meters hoog de lagen op elkander en bedekt het bovenste plankier met een ongeveer 70 a 80 cm. dikke laag mest.

Thans wordt de looge gesloten en men laat het geheel met rust. Reeds na enkele dagen begint de werking die zich kenbaar maakt door temperatuurstijging en het daardoor ontsnappen van wolken waterdamp. Langzamerhand stijgt de temperatuur, die binnen in den

stapel wel kan oploopen tot 75° Celsius.

Na vijf a zes weken begint de werking te verminderen. De temperatuur daalt, de waterdampontwikkeling wordt minder, mede omdat het meeste water verdampt is en de hoop grootendeels is uitgedroogd. Men wacht nog eenigen tijd tot de temperatuur zoover is gedaald, dat men kan aannemen dat op dat

"Daim" School aan de Speeimanstraat te Soerabaya waarvoor Regnault's verven werden gebruikt.

tijdstip nog niet aangetast lood ook bij langer wachten niet meer aangetast zal worden en begint van boven af den stapel af te breken. De nog niet geheel afgekoelde mest wordt verwijderd, met versche mest vermengd en door bevochtiging met water en goed omspitten weer ~op gang gebracht”, teneinde haar voor de inrichting van een volgende looge te kunnen gebruiken.

Bij het openen der potten behoort nu te blijken, dat de loodspiraal overgegaan is in een harde spiraal van loodwit, hoogstens met