BEKERING'*
LJ ij wilde schrijver zijn, en veel Merijntjes,
I I één kroelend kinderparadijs uit d’inkt opscheppen
Zijn leven werd een pennehaastig reppen
naar roze verzen met veel tierlantijntjes.
En kindervoetjes tripten dan veel later
in dunne letters in het miezrig blaadje,
produkt van een verbeten pariaatje,
dat roem vergaarde op droog brood en water.
Maar ’t bleek het ware niet, de levenloze
spichtige lettertjes verbleekten spoedig;
’t papier vergeelde, en het overmoedig
uitgevertje stierf aan tuberculose.
Toen kwam hij plotseling voor zichzelf te staan,
en schiep zich zeven dochters en vijf zonen,
en schommelt zachtkens voor de domme konen
der jongste werklikheid zijn pen, die baan na baan
als rammelaar beschrijft, en voelt zich wonen
In paradijzen die in inkt vergaan.
LEO VAN BREEN,
') Uit de zoo juist bij A. A. M. Stols, Maastricht, verschenen bundel: Lyriese Portretten.