J, M. PRANGE

Oerwoud (Ets)

zich plotseling soms verdichten tot een vreemde hallucinaire zichtbaarheid. En toch.. . .

Ik ried hem aan lid te worden van den Haagschen Kunstkring om contacten en toetsing te zoeken. Hij leerde, zooals ik hierboven reeds schreef, de andere grafische technieken van Livinus van der Bundt. Hij werkte hard en was productief. Er was in zijn ontwikkeling een duidelijk waarneembare verrijking der technische middelen kenbaar, maar verheugender was het nog den merkwaardigen groei waar te nemen zijner verbeeldingskrachten tot een eigenheid, die in staat bleek tot het scheppen van zijn laatste opmerkelijke prenten, waarvan hier enkele zijn gereproduceerd.

Zie b.v. die wonderlijke stad, waarin een dwaze haan per ballon „neersliert" (bij de eerste proef-hemelvaarten gebruikte men dieren als passagiers) —, terwijl de bewoners zich vergapen aan het zonderlinge sport-evenement. Een satyre op de massavergoding van sporthelden? Ik weet het niet; het doet er niet toe. Hier is een onheimelijke onwerkelijke wereld zoo volkomen en indringend verwerkelijkt, dat men het beeld niet licht vergeten zal.