no. 129) en van art. 50 van het Koninklijk besluit van 4 September 1862 (Staatsblad no. 174) op de onbekende belanghebbenden, om ~ zoo zij dit noodig achten te verschijnen in de openbare vergadering der afdeeling, welke zal worden gehouden op Woensdag 7 December 1927, des voormiddags te 10.45 waarin verslag zal worden uitgebracht in zake van :

d'. de beroepen, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen en de directie der Zuid-Ned. Stoomtramwegmij., tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van 25 Mei 1927, no. 82, waarbij aan A. van Ravenstein, te Breda, vergunning is verleend tot het in werking brengen van autobusdiensten van Roosendaal naar Breda ;

2“. de beroepen, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen en door den directeur der Noord-Friesche Locaalspoorwegmij., tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Friesland van 11 Mei 1927, no. 135, }.ste afd. B, waarbij aan FI. Bierma en R. Spriensma, te Dokkum, tot i Januari 1933, behoudens tusschentijdsche intrekking, vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Dokkum en Leeuwarden over Holwerd ;

3". de beroepen, ingesteld door den directeur der Noord-hriesche Locaalspoorwegmij., tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Friesland van 18 Mei 1927, nO'. 158, iste afd. B, waarbij aan J. Jansen, te Dokkum, en J. 'l'alsma, te Raard, tot i Januari 1933, behoudens tusschentijdsche intrekking, vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Dokkum en Leeuwarden over Birdaard ;

4“. het beroep, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Friesland van ii Mei 1927, no. 172, iste afd. B, waarbij aan G. de Vries, te Ede, tot i Januari 1933, behoudens tusschentijdsche intrekking, vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Engwierum en (het gedeelte Dokkum -Leeuwarden alleen des Vrijdags) ;

s''. de beroepen, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen en door den directeur der Noord-Friesche Locaalspoorwegmij., tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Friesland van 18 Mei 1927, no. 157, iste afd. B, waarbij aan A. Wouda en J. Kuipers, te Dokkum, en aan A. v. d. Mei, te Rinsumageest, tot i Januari 1933, behoudens tusschentijdsche intrekking, vergunning is verleena tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Dokkum en Leeuwarden over Rinsumageest ;

het beroep, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Friesland van ii Mei 1927, no. 174, iste afd. B, waarbij aan G. van der Mossel en P. Visser, te Ee, tot I Januari 1933, behoudens tusschentijdsche intrekking, vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Ee en Leeuwarden (tot Dokkum des Woensdags, tot Leeuwarden des Vrijdag.s) ;

7". het beroep, ingesteld door het bestuur van de y\uto-Onderneming, te Wanswerd, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Friesland van 18 Mei 1927, no. 162, iste afd. B, waarbij aan R. Kalina, te I^eeuwarden, tot i Januari 1933, behoudens tusschentijdsche intrekking, vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Wanswerd en Leeuwarden (alleen des Woensdags en des \^rijdags).

In de Nederlatuische Staatscourant van 30 November Icv.cn wij o.a. :

i". het beroep, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van 8 Juni 1927, voor zoover daarbij aan de Hollandsche Buurtspoorwegen te d ilburg vergunning is verleend voor het in werking brengen van een autobusdienst van ’s-Hertogenbosch naar ;

2". de beroepen, ingesteld door de N. Rotterd. Tramwegmij., te Rotterdam, en door de directie der Ned. Spoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 17 Mei 1927, G. S. no. 3/1, waarbij aan J. Ch van der Linde, te Nieuw-Beijerlaiid, vergunning is verleend tot het in werking houden van twee autobusdiensten tusschen Zuid-Beijerland en Rotterdam ;

3". de beroepen, ingesteld door burgemeester en wethouders van Nieuw-Lekkerland en door de N. V. Stoomboot reederij Fop Smit en Co., te tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 21 Juni 1927, G. S. no. 113'!, waarbij aan laatstgenoemde naamlooze vennootschap vergunning is verleend tot het in werking houden van een autobusdienst tusschen Oud-Alblas en Kinderdijk (gemeente Nieuw-I.ekkerland) en waarbij is afgewezen haar verzoek tot het in werking houden van een autobusdienst tusschen Molenaarsgraaf (VTiilendam) en Oud-AlblasJ alsmede de beroepen, ingesteld door burgemeester en wethouders van Molenaarsgraaf, burgemeester en wethouders van Nieuw-Lekkerland en door de N. Stoomboot reederij op de Lek, te Slikkerveer, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 21 Juni 1927, G. S. no. 113/2, waarbij aan laatstgenoemde vennootschap vergunning is verleend tot het in werking houden van autobusdiensten tusschen Alblasserdam en Kinderdijk (gemeente Nieuw-Lekkerland) en tusschen Oud-Alblas en Kinderdijk (gemeente Nieuw-Lekkerland), en waarbij is afgewezen haar verzoek tot het in werking houden van een autobusdienst tusschen Molenaarsgraaf en Oud-Alblas;

4". de beroepen, ingesteld door den Ned. Bond van Autobusdienstondernemers, te Flilversum; den gemeenteraad van Lekkerkerk; B. de Roos, te tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 8 Juni 1927, G. S. no. 144/2, waarbij afwijzend is beschikt op het verzoek van laatstgenoemde tot het in werking houden van een autobusdienst tusschen Krimpen aan den IJssel en station Bergambacht over Krimpen aan de Lek en Lekkerkerk, alsmede het beroep, ingesteld door B. de Roos, te Lekkerkerk, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van 8 Juni 1927, G. S. no. 144/1, waarbij aan J. H. Kleiman, te Krimpen aan de Lek, en G. Keesmaat, te Kinderdijk (gem. Nieuw-Lekkerland), vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst tusschen Krimpen aan den IJssel en station Bergambacht over Krimpen aan de Lek en Lekkerkerk;

s*’. de beroepen, ingcsteld door de N. V. Hollandsche Buurtspoorwegen, tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van i Juni 1927, waarbij aan de Autobusonderneming ~Cito” vergunning is verleend tot het in werking brengen van autobusdiensten van ’s Hertogenbosch over Veghel en Gemert naar Helmond, van ’s Hertogenbosch over St. Oedenrode naar Eindhoven, van ’s Hertogenbosch over Oisterwijk naar Tilburg en van ’s Hertogenbosch over Waalwijk naar Tilburg, en door de Autobusonderneming ~Cito” tegen bovengenoemde beschikking en tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant van i Juni