verplichtingen niet konden nakomen, tot een soort van pandelingen te maken. Ook is het voldoende bekend, dat deze slavernij in den regel niet die barbaarsche toestanden kende, waaronder de galeislaven der oude Romeinen of de negerslaven in Amerika verkeerden. Integendeel zij ademde een soort van gemoedelijkheid, die in den regel meer deed denken aan stiefmoederlijk behandelde familieleden dan aan

werkelijke slavernij.

In een zestal hoofdstukken behandelt de schrijver het ontstaan van de slavenij, de sociale positie der slaven, de sexueele betrekkingen tusschen slaven en vrijen, de vrijwording, het eigen leven der slaven en enkele bijzondere gevolgen van de slavernij. Het is de verdienste van deze studie, dat zij een goed inzicht geeft in de groote verscheidenheid van vormen, waarin zich deze slavernij openbaarde en in de wijze, waarop dit instituut tot een schier onafscheidelijk onderdeel van de maatschappelijke organisatie was uitgegroeid. 'I ypeerend in dezen is de bekende mededeeling van dr. A. C. Kruyt, dat de Toradjas de atschaffing van de slavernij door het Gouvernement niet begrepen, en deze maatregel op een Toradjahoofd denzelfden indruk maakte, als bv. bij ons het geval zou zijn geweest bij een gelijktijdige meerderjarig verklaring van alle kinderen (vgl. pg. 88). Dit loopt trouwens parallel met de berichten van slavenbezitters, die aan vrij geworden slaven en slavinnen, die anders geen middel van bestaan zouden hebben gehad, toestonden om alles maar bij het oude te laten. Van belang is ook, wat de schrijver heeft verzameld op de pg. 47—54 over de rechtspositie der slaven, en waaruit wel blijkt, dat de rechteloosheid bij lange na niet zoo groot was, als men meestal meende. In het laatste hoofdstuk wordt zeer in het kort even aangestipt de rol, die de slavernij gespeeld heeft bij de vermenging van verschillende volken, de meerdere of mindere invloed, die zij kan hebben uitgeoefend op de karaktereigenschappen van overheerschers en overheerschten en op de sexueele moraal. J- C' L'

Iulius BÜdel. Eiszeitliche und rezente Verwitterung und Abtragung im ehemals nicht vereisten Teil Mitteleuropas. Erg. Heft 22Q van Petermanns Mitteilungen. 71 S. 26 Abb. Justus Perthes,

Gotha 1937. Prijs RM. 7.50.

Is het Heden een postglaciaal, en dus een zelfstandig tijdvak, ot is het slechts een interglaciaal ? Op deze belangrijke vraag is totdusverre nog geen afdoende antwoord gegeven, wat in de hand gewerkt is door het feit, dat wij in vele gevallen nog geen scherp onderscheid kunnen maken voor processen uit Pleistoceen of Holoceen. Het is waarschijnlijk dat sommige geologen bij het splitsen van het Kwartair gevoelskwesties hebben laten meespreken, en wij kunnen Büdel dan ook zeer dankbaar zijn, dat hij een onderdeel, namelijk het pleistocene afbraakproces degelijk en objectief

onderzocht heeft.

In een boekje van 68 blz. tekst met een uitgebreide literatuurlijst en 26 afbeeldingen (waaronder 17 goede foto's) gaat de schrijver