Loven \vy al te s;icm Wy prijsen u goetheyt,

Die ghy hebt uytghebreyt,

Over ons seer bequaem,

Soo wijdt den hemel staet,

U ghenade opgaet,

Uwe macht en de eere,

Versehynt suyver en reen,

In u wercken gemeen,

Des loven wy u Heere.

Dit een eu ander zij voldoende om te doen zieii, dat het Liedt-boeck, op zich zelf beschouwd, ondanks de gunstige uitzonderingen, die wij mogten opmerken, als kunstproduct geen groote waarde bezit. Toch zouden wij den vervaardiger onregt doen, zoo wij bij de beoordeeling van zijn werk niet in aanmerking namen, wat anderen in zijn tijd wel geleverd hebben. Bedenken wij vooral, dat de Ries met dezen arbeid niet voor zich zeiven dichterlijke lauweren zocht te winnen, maar alleen wenschte te voorzien in eene bestaande behoefte. En dat hij dit doel bereikt heeft, blijkt niet alleen uit de herhaalde getuigenis van zijn biograaph, dat zijne liederen veel bijdroegen tot de stichting der gemeente, maar ook uit liet berigt, pag. 39 van het Kort- Verhael medegedeeld, dat dit //Sang-Boeck" althans tot in 16 t4', toen de Psalmberijmingen in de meeste steden de gezangbundels reeds hadden verdrongen, // op het // lant in veel groote en trelielijcke vergaderingen noch in n gebruyck" was.

Ook op 't veld der homileliek heeft de Ries zich bijzonder onderscheiden; voor zijn tijd inzonderheid muntte