»teyckende schriften hebben ter hant ghestelt door onse // lieve Broederen, ende sullicx in alle plaetsen ghepresen" teert, oock by vele geaccepteert ende bevesticht God lof." Zij verklaren verder, dat zij, daar er misschien //sommighe // in de nederlanden moghen bevonden woeden, ter beyder // sijden, die welcke scherpe verclaringhe vant Puinct der // mijdinghe begheren," aan ieder de vrijheid willen laten om daarin zijne eigene zienswijze te volgen. Deze vredespresentatie, die niet terstond met liet concept rondgezonden was, maar eerst den 2(Jstcn October van 't zelfde jaar door de opstellers van die belijdenis is onderteekend, is, naar 't mij voorkomt, door hen uitgevaardigd om een deel der Doopsgezinde broederen in de Nederlanden te winnen. Deze waren, naar t schijnt, wel gezind om de belijdenis der Ceulschen aan te nemen, maar verschilden met hen van gevoelen omtrent de mijding. Deze onderhandeling van Geulen heeft veel goeds uitgewerkt. Het Concept vond ingang bij een klein deel der Vlamingen *), en werd in de Waterlandsche gemeenten met welwillendheid ontvangen; maar toch schijnt de vereeniging met deze laatstgenoemden eerst langzamerhand te zijn tot stand gekomen. Waarschijnlijk is Lubbert Gerritsz. één van de eersten geweest, die het concept aannamen f); maar het juiste tijdstip, waarop dit geschiedde, is niet met zekerheid te bepalen. Ook weten wij niet, wanneer de Ries zich bij de // Bevredigden" ge*
*) Zie Faukelius, Babel, t. a. p. j — Wagenaar, Amsterdam, 2e Stuk, p. 193, in 't 3e Boek.
t) Wagenaar, t..a. p.; hij beroept zich daar op een brief van Bussehaert van 20 Aug. 1591.