wordt overgeleverd, dat zij dit werk in het Arabisch hebben vertaald, is een zoodanige vertaling niet meer aanwezig. Het oudste voorbeeld van een zelfstandig geografisch werk in deze lijn is een boek genoemd „Sürat al-Ard", d.i. „Afbeelding der Aarde", in het midden der iode eeuw geschreven door al-Chwarizmi12). Dit boek is weinig meer dan een tabellenwerk; het geeft achtereenvolgens een opsomming van alle steden, bergen, zeeën, eilanden en rivieren met nauwkeurige opgave van de geografische lengte en breedte, alles zooveel mogelijk gerangschikt naar de zeven climaten. Er is hier geen sprake van beperking tot het Mohammedaansche gebied; de geheele bij Ptolemaeus bekende wereld passeert de revue in dit overzicht en de cijfers voor de lengte- en breedtegraden gaan ook duidelijk terug op het werk van den Alexandrijnschen geograaf. In het werk van al-Chwarizmi zijn echter tusschen de voor de Mohammedanen nietszeggende Grieksche benamingen ook reeds een aantal Mohammedaansche plaatsnamen ingeschoven, d.w.z. namen van steden, die eerst in den Islam waren opgekomen of althans een zekere beroemdheid hadden verworven. De lengten en breedten van die plaatsen zijn duidelijk door interpolatie op een kaart bepaald. Dat het boek van al-Chwarizmi voornamelijk de beschrijving van de wereldkaart was, blijkt ook wel uit den naam van dat boek zelf; het is ook geheel in overeenstemming met den opzet van Ptolemaeus' werk, dat niet afzonderlijk te denken is van de kaartdeelen, die men in de verschillende codices vindt. Alleen is er bij het werk van al-Chwarizmi geen wereldkaart; het eenige bekende handschrift heeft slechts een kaart van den Nijl, waarop de climaten zijn aangegeven, en enkele andere kaarten, die dienen moeten om technische uitdrukkingen voor aardrijkskundige begrippen te verduidelijken. Toch moet zulk een wereldkaart er wel degelijk zijn geweest; een later werk, uit de iode eeuw, geeft zelfs nauwkeurige aanwijzigingen hoe men zelf een wereldkaart kan teekenen. Verder is het niet onmogelijk dat de boven besproken wereldkaart van den Kalief al-Ma3mun ook een Ptolemaeïsch type heeft vertoond, en ten slotte is het beste bewijs voor het voortleven van deze wereldkaart aanwezig in het beroemde geografische werk van al-Idrisi (± 1150), waarover aanstonds nog te spreken zal zijn. De naam, waaronder een wereldkaart wordt aangeduid in de Mohammedaansche litteratuur is, behalve het reeds genoemde Sürat al-Ard, ook nog Djuglirdfiya, een duidelijk blijk van de Ptolemaeïsche traditie, ook al vertoonen de zoogenoemde wereldkaarten volstrekt niet altijd een zuiver Grieksche overlevering.

Zooals reeds werd opgemerkt zijn er in de Grieksche traditie van de Arabische geografische litteratuur elementen aanwezig, die zeker niet onmiddellijk uit de Grieksche bronnen afkomstig zijn. Allerlei gegevens wijzen er op, dat reeds in zeer vroegen tijd ook uit Perzië

12) Tekstuitgave door H. v. Mzik, Bibliothek Arabischer Historiker und Geographen, III, Leipzig, 1926.