Afrika lot een eind bewesten de Azoren, waar men het eiland Antilia teekende. De thans gevonden kaart is echter een wereldkaart en verre van handig voor wie den oceaan zou willen oversteken. De oceaan komt er wel op voor, doch, in tweeën gedeeld, aan de beide uiteinden ; en als men het afpast, blijkt dat waarschijnlijk niet eens de geheele oceaan, volgens de voorstelling van Toscanelli, is geteekend. Op een zeekaart zou men den oceaan in het midden teekenen en aan de kanten het aangrenzend land. En aldus wordt de toegezonden kaart beschreven m een passage van den brief, die niet voorkomt in den Eatijnschen tekst, doch wel in den Spaanschen tekst van Las Casas en den Italiaanschen van Fernando Colombo, alwaar staat: „En aldus zend ik haar aan Zijne Majesteit, gemaakt en ontworpen door mijn hand, waarop geschilderd is het geheele einde van het Westen, van Ierland naar het Zuiden tot het einde van Guinea met al de eilanden die op den geheelen weg liggen; tegenover dewelke, recht in het Westen het begin der Indien is geteekend met de eilanden en plaatsen waarheen ge kunt gaan."

Op deze wijze is het ook opgevat door degenen die in later eeuwen aan de hand van den brief een reconstructie van de onvindbare kaart hebben gegeven. 9)

En nu valt er ons nog meer op. De brief gebruikt als eenheid de spatie van 250 mijlen; de kaart heeft schalen van spatiën van 50 en 100 mijlen. De brief vermeldt Antilia; op de kaart komt dit eiland niet voor; weliswaar zou het zich bevinden daar waar bijschriften zijn geteekend en de allegorische windkop, doch zou men' daarvoor een zoo belangrijk punt weglaten? De brief vermeldt Cipangu; op de kaart zijn daar waar gemeenlijk op de kaarten van dien tijd dit land (Japan) wordt geteekend, twee eilanden Jave aangegeven met een bijschrift dat kennelijk op Java (Groot-Java en Klein-Java) betrekking heeft. De brief vermeldt de steden Zaiton en Quinsay; op de kaart zijn ze niet aangegeven. 10)

Wat den oceaan betreft, zijn bewesten de kusten van Ierland-Portugal-Afrika, de Canarische eilanden, de Madeira-groep en de Azoren geteekend, en waarschijnlijk een of meer der problematieke eilanden, zooals Krasil en St. Brandan, overeenkomstig de voorstellingen van dien tijd. H) Nabij den westrand der kaart staat de aanwijzing: „Deze zee wordt genoemd Oceanus; deze wordt door de cosmografen be-

9) Crino noemt in het opstel „La scoperta enz." de reconstructies van Peschel \ ivien de Saint-Martin, kretschmer, Uzzielli en Wagner en geeft een afbeelding van die van Kretschmer; die van Wagner vindt men o.m. bij: Hennig R° lerrae Incogmtae, IV, pag. 277. ' '

bii°2j C2°t1Up^b^S nfï Z'Ch t6n, "CZe aa? den brief: zie zijn scheepsjournaal V L ™ 4 0ctober J492; hu meende dat het eiland Cuba Cipango zoude

z n bro^rT^fT"5 "aar 9UISai (puinsai> te Saan- Op de schetsen door m" J£■■ \ Barthe!'emeu na de vierde reis geteekend (o.m. afgebeeld bij • ÏSordenskiold, Periplus pag. 167-Q en bij : Nunn, G. E., The geographical con-

kuPst10van°V 'r ^°Ik' I924, Pag' 66"68) is de toen j"ist ontdekte

van Azil gUa m Centraal-Amenka geteekend als een stuk der oostkust

11) Zie over deze eilanden de reeds aangehaalde werken: Goeje C H de Op den Oceaan voor en na Columbus, - en: Hennig, R„ Terrae incognitae.