Samenvatting. Indien men alle bebosschingsmogelijkheden die nog over 185 ha bestaan van den Hoek-van-Holland tot Ockenburgh op de beschreven wijze benutte, zou — als men ook de 75 ha bosch van Staalduin aankoopt — alles gedaan zijn om ten behoeve der Westlanders te komen tot een zoo volledig mogelijk „plan tot behoud en uitbreiding van het natuurschoon" als onderdeel van een toekomstig streekplan10). Wellicht kan dit natuurschoonplan eerder tot uitvoering komen dan het veel verder gaande streekplan. Behoud en uitbreiding van landschapsschoon is somtijds het meest urgente onderdeel van een streekplan. Zoo'n streekplan kan ten allen tijde nieuwe verkeerswegen en industrieterreinen tot stand brengen, ook daar waar de bodem voor een andere bestemming in beslag was genomen, maar het scheppen van natuurschoon komt blijkens de ervaring meestal alleen tot stand, als men met woeste gronden, inclusief duinen te doen heeft. Slechts zeer zelden zal men natuurschoon scheppen uit terreinen die voor verkeer, industrie of tuinbouw in gebruik waren! Spoedige uitvoering van een „natuurschoonplan" voor het Westland, zoo noodig vooruitloopende op het streekplan, kan de steeds verder gaande industrialisatie (glasbedekking) van het Westland en de steeds voortschrijdende verdorring van het landschapsschoon tot in verre toekomst min of meer compenseeren 11). Als de tuinbouw in de komende jaren goed blijft gaan, mag men in de kringen daarvan begrip verwachten voor het, wel is waar niet in geld uit te drukken, nadeel dat de Westlandsche bevolking in geestelijk opzicht meer en meer ondergaat door de zich steeds uitbreidende economische bedrijvigheid, dus voor een natuurschoonplan dat scheppen of openstellen van natuurterreinen en aanleg van recreatie-fietspaden omvat.

Schrijver dezes gelooft niet dat, zooals Dr. Verbraeck zegt, de groote liefde voor het vak in het Westland ontaard is tot een' bekrompen concentratie der gedachten, die uitsluitend materieel en dus op tuinbouwzaken is gericht en dat de belangstelling voor geestelijke onderwerpen gering is. Vele Westlanders kennen de historie van hun streek. Zij weten dat in hun meest geïndustrialiseerde en leelijkste, volslagen boomlooze tuinbouwgebied, nl. dat rondom Honselersdijk, eens een lustslot van het huis van Oranje heeft gelegen, welks bosschages wijd en zijd beroemd waren. In het Gedenkboek 1939 van den Bond Westland, dat zeer vele tuinders bezitten, staat vermeld

gekeerde terreinhellingen. Waar de bankgrond geheel vlak is, kan men eenige windkeerende dijkjes, vooral evenwijdig aan de kust, aanbrengen en volgens den Heer Doorenbos, directeur van den Haag'schen plantsoenendienst, heeft men dan veel kans op het ontstaan van een mooi plantsoen tot vlak bij de 20e. Op Goeree en te Oostvoorne groeien volgens hem 2 a 3 m hooge vlieren, liguster, egelantier en duindoorn tot dicht bij zee, alles in het wild.

10) Wij zonderen hier den smallen duinrug uit, die van de Kaapwoning tot de Hilwoning loopt, in het W verlengde van den zandrug van het landgoed Staalduin.

11) Het natuurreservaat van de Stichting Natuurmonument De Beer te Amsterdam, dat tusschen Hoek-van-Holland en Den Briel ligt, komt voor recreatie van het publiek van het Westland niet in aanmerking. Het is een vogelnatuurmonument en de toegang was vroeger moeilijk en momenteel geheel verboden.