DE BEWONERS VAN HET STROOMGEBIED VAN DE KARAMA IN MIDDEN-CELEBES

DOOR

DR. ALB. C. KRUYT (met i kaart achter in deze aflevering)

I. HET STROOMGEBIED EN DE VOLKEN DIE HET BEWONEN

i. Inleiding

In het jaar 1919 bezocht ik het landschapje Seko in Midden-Celebes. Dit wordt doorsneden door de Betoewe, de grootste bronrivier van de Karama. In een reisverhaal (Meded. N.Z.G., 64, 1920, Pag- 97_II°) en in een opstel van mijn hand over de zeden en gewoonten der To Seko (Bijdragen, dl. 76, 1920, pag. 398-430) heb ik van dat bezoek een en ander meegedeeld. De Heer J. Kruyt, mijn reisgezel op dezen tocht, schreef over „Het Ma'boea en de Tatouage in Seko" (Bijdragen, 76, 1920, pag. 235-257).

In 1926 bereisde ik het geheele stroomgebied van de Boven-Karama gedurende enkele weken. Bij deze gelegenheid kon ik mijn kennis van de To Seko aanmerkelijk uitbreiden, terwijl ik ook kennis maakte met het volkje van Lemo aan de Oero', en de To Mangki aan de Karama-rivier. De aanteekeningen welke ik op deze reis maakte, bleven tot nu toe onuitgewekrt liggen. Voordat ze verloren gaan, wil ik ze bewerken, te meer daar het Christendom hoe langer hoe meer invloed op deze volken krijgt, en ten gevolge hiervan veel van de oude adat verdwijnt.

Eén gewoonte van de hier beschreven volken heb ik in dit opstel niet besproken, namelijk het offerfeest ma'boea. Dit belangrijke onderwerp is voor de To Seko en de Sa'dan-Toradja's behandeld door den heer J. Kruyt in zijn opstellen „Het Ma'boea en de tatouage in Seko" (Bijdragen, dl. 76, 1920), en „De Boea' en eenige andere feesten der Toradja's van Rantepao en Makale" (Tijdschrift Bat. Gen., dl. 60, 1921). Ikzelf gaf eenige bijzonderheden van dit feest bij de To Mangki in het Galoempangsche in mijn artikel „Het Stamfeest op Midden-Celebes" (Tijdschrift Bat. Gen., dl. 75, 1935), waarin ik tevens een overzicht gaf van dit feest bij de volken van MiddenCelebes in onderling verband. Dit onderwerp is dus uitvoerig behandeld, en ik acht het niet noodig hierop terug te komen.

Veel is er over het stroomgebied van de Karama niet geschreven. De toenmalige kapitein P. Weber bracht in 1912 het hier besproken terrein in kaart. De kaart die bij dit opstel is gevoegd is van hem overgenomen en bijgewerkt. Eenige van zijn gegevens werden ge-