HISTORISCH-MORFOLOGISCH ONDERZOEK VAN EENIGE ZEEUWSCHE EILANDEN*)

DOOR

A. W. VLAM

(met 10 tekstfiguren, benevens 5 uitslaande kaarten achter in de

aflevering )

HOOFDSTUK I INLEIDING

Het doel van het hier beschreven onderzoek is het inzicht omtrent de veranderingen op morfologisch gebied, die Zeeland in den loop der tijden heeft ondergaan, te verhelderen. Wel is reeds, zoowel door geologen en geografen als door historici, over den opbouw en de ontwikkeling van den Zeeuwschen archipel veel geschreven ; het gemis aan exacte gegevens was echter oorzaak dat de pogingen tot de reconstructie van een vroeg-historisch Zeeland vaak te veel een greep in het onbekende waren.

Bij het doorwerken van de betreffende literatuur en de archivalia bleek duidelijk de groote schaarschte van gegevens uit het tijdvak vóór de 13e eeuw. Charters waarbij octrooien tot bedijking van bepaalde gorzen of slikken werden uitgegeven, zijn uit dien tijd niet bekend; ten hoogste kan men uit bepaalde aanduidingen in de archiefstukken, als het noemen van polders, wateringen e.d., opmaken dat de mensch op een zeker oogenblik reeds had ingegrepen in de natuurlijke hydrografische verhoudingen, doch het hoe en wanneer blijft vaag.

Toch is het uit een algemeen waterstaatkundig oogpunt van groot belang om juist over die oude tijden beter ingelicht te worden, omdat zich daarin vaak gebeurtenissen afspeelden en veranderingen voltrokken, waarvan de gevolgen in historischen tijd, tot op dezen dag toe, zijn waar te nemen.

Welke zijn echter deze gebeurtenissen en veranderingen? Hoe heeft de natuur dit land opgebouwd en welke gevolgtrekkingen kan men er uit afleiden?

De processen die in het kustgebied plaats grijpen, bezitten, in het groot bezien, een voor niet-geologische begrippen langzaam tempo. Goede land- en zeekaarten bestaan nog slechts ruim een eeuw, en dit is veel te kort om een inzicht te verkrijgen in de algemeene beginselen van de zich met geologische langzaamheid voltrekkende vervormingen.

*) Zie de inhoudsopgave aan het slot. N. A.G. I,X