STRAFZAKEN.

HOOG-GERECHTSHOE VAN NEDERLANDSCH-INDIE, (Eerste Kamer).

CASSATIE.

Zitting van 26 Mei 1887.

Voorzitter: Mr. J. Sibeniüs Trip.

Cassatie bij vrijspraak. — Staatsblad 1873 no. 240 art . 4 en 5.

Ten laste gelegd zijnde overtreding van art. 5 van Staatsblad 1873 no. 240 is de beklaagde op wettige wijze vrijgesproken en mitsdien geen gewone cassatie toegelaten, wanneer liet ontbreken van bewijs gebaseerd is op de ontkentenis van den beklaagde en op grond dat er geen onderzoek ingesteld is naar het al of niet doen der aangifte.

Volgens art. 4 en 5 van dat Staatsblad is alleen de ontvanger bevoegd beëedigde verklaringen af te geven omtrent al of niet aangifte.

HET HOOG-GERECHTSHOE VAN NEDERLANDSCH-INDIE,

Gelezen het vonnis van den raad van justitie te Soerabaja van 9 April 1887, gewezen in hooger beroep van dat van den landraad te Toeloeng Agoeng van 27 Januari 1887, waarbij de beklaagde Lie Hog "Wan, oud 59 jaren, geboren in de dessa Sengkoet, district Berbek, regentschap Ngandjoek, residentie