BESCHIKKINGEN OP REKESTEN.

HOOGER BEROEP.

HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-1NDlE,

(Eerste Kamer).

Raadkamer van 26 Maart 1891.

Voorzitter: Mr. J. Sibeniüs Trip.

Art. 132 R. O. — Art. 338 B. W. — Art. 99 Rv.— Begrip van oppertoezicht.

Onder raad van justitie in art. 338 B. IV. wordt verstaan de raad binnen wiens ressort de minderjarige woont. (1)

HET HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLAN DSCII-INDIE,

Gelezen liet rekest, gedagteekend 8oerabaja 16 Februari 1891, van de Weeskamer te Soerabaja, als belast met de toeziende voogdij over de minderjarige kinderen, genaamd Ludwig Abraham Nicolaas, Jolian Robert en Adolf Maximiliaan, van den te Malang overleden lieer Ludwig Wilkens, waarbij zij in appel komt van eene beschikking van den raad van justitie te Semarang dd. 30 Januari 1891, waarbij die rechtbank zich onbevoegd verklaard beeft, om overeenkomstig het door rekestrante gedaan verzoek, de moeder voogdesse, mevrouw de weduwe R. S. Wilkens, geboren Meijer, wonende te Semarang, te ontheffen van liet be-

(1) Zie ook de beschikking opgenomen in deel XLII pag. 278 van dit Tijdschrift.