Juli 1890, waarbij de beklaagde Kwee 1'iang Iloo, oud 30 jaren, geboren in de Ohineesclie kamp te Banjoewangie, residentie Bezoekie, laatstelijk woonachtig in de Chineesche kamp te Banjoewangie, residentie Bezoekie, van beroep spion bij den opiumpaohter, werd schuldig verklaard aan overtreding van art. 13 sub c van Staatsblad 1879 no. 286 in verband met art. 5 van het besluit van den Resident van Bezoekie dd. 22 Juni 1888 no. 177/1, als zijnde, zonder daartoe de vereischte toestemming te hebben, in den avond van Vrijdag den 4en October 1889 in het bezit gevonden van meer dan een pikol bereide koffie e:i overzulks veroordeeld tot de straf van dwangarbeid buiten den ketting voor den tijd van drie maanden en de betaling eener geldboete van f 50, met bepaling dat hij bij niet betaling der hem opgelegde boete zal ondergaan dwangarbeid buiten den ketting berekend naar den maatstaf van eene maand voor elke verschuldigde f 200 en wijders in de kosten van het geding;

hebbende de raad van justitie bij zijne voorschreven uitspraak, met ontvangst van het appel, het vonnis, waarvan appel, vernietigd en den djaksa bij gemelden landraad niet ontvankelijk verklaard met zijn requisitoir van dagvaarding, met veroordeeling van den Jjande in de kosten der beide instantiën;

Gelet op de in afschrift overgelegde acte, waaruit blijkt dat tegen dit vonnis door den officier van justitie bij den raad van justitie te Soerabaja op den 17en November 1890 ter griffie van dien raad cassatie is aangeteekend; zijnde hiervan aan den beklaagde kennis gegeven bij deurwaarders exploit van den 29en November daaraanvolgende;

Gezien de conclusie namens den Procureur-Generaal genomen door den Advocaat-Generaal Mr. D H. van Gelder en gedagteekend 23 December 1890, daartoe strekkende, dat het Hof, met ontvangst van het beroep in cassatie, het vonnis a quo zal vernietigen, met last aan den raad van justitie om, met in achtneming van 's Hofs arrest, op nieuw recht te doen; en subsidiair: dat het Hof, met ontvangst van het beroep en vernietiging van het vonnis a quo, het vonnis van den land-