Hoofdstukken bij afzonderlijke wetten vastgesteld. Elk moet de uitgaven van zijn eigen Departement behelzen, overschrijving van posten geschiedt slechts krachtens eene speciale wet.

Op dezelfde wijze is het Hoofdstuk der Staatsbegrooting ingericht, dat de Koloniale begrooting daarstelt. Ook die is op hare beurt weder in Hoofdstukken verdeeld, (Comptabiliteitswet artt. 2 en 3) en deze weder in afdeelingen, die niet meer dan één onderdeel van liet algemeen bestuur omvatten mogen, al. 3, art. 3, terwijl art. 5 regelt hoe overschrijving geschiedt; zie ook art. 36 ;

dat waar dus artt. 1 en 9 dier wet van de geldmiddelen van Nederlandsch Indië en art. ld dier wet van geldleeningen ten laste van Nederlandsch Indië spreekt, zulks terug slaat op de bovengenoemde bepalingen van boekhouding en comptabiliteit, en alleen beteekent die inkomsten van den Staat, die hij in Nedetlaudseli-Indië verwerft, en die op de koloniale begrooting als middelen vermeld staan (art. 1) en verder: dat de begrooting van Nederlandsch-Indië; dat is zeker Hoofdstuk der Staatsbegrooting, niet met eene geld leening kan worden belast bij Koninklijk Besluit, dus door den Koning, doch dat alleen bij de wet zulk eene leening kan geschieden (art. 1 4);

dat de woorden „onder waarborg van Nederlandsch-Indië" (art. 14) evenzeer slechts beteekenen dat Z. M. de Koning onbevoegd is de kolonie of derzelver inkomsten te verpanden als onderpand voor eene ten behoeve van den Staat te sluiten leening, doch dat zoo iets alleen bij de wet geschieden kan (vgl. bijv. de verpanding van Turksche spoorwegen of Egijptische domeinen door Z. M. den Sultan van Turkije ex plenitudine potestatis);

dat hiermede bewezen is, dat de argumenten, door den rechter a quo bijgebracht tot motiveering zijner beslissing dat Nederlandsch Indië een zelfstandig vermogenssubject, ergo een rechtspersoon zoude daarstellen, geen steek houden ;

dat er voor die beslissing ook geen andere, door den rechter a quo niet aangevoerde, argumenten bestaan;

dat zelfs bet betoog niet moeilijk te leveren is, dat Nederlandsch-Indië geen zelfstandig vermogenssubject is, ergo niet