voldoet aan het criterium dat de raad terecht gesteld heeft voor het bestaan van een rechtspersoon;

dat immers de Comptabiliteitswet, art. 10 b., art. 11, al. 2, artt. 15, 16, 17, 18, 21, 22, 28 enz. overal spreekt van de schuldeischers, de goederen, de vorderingen, de eigendommen, de gelden, niet van Nederlandsch-Iudië, maar van den Lande, of van den Staat;

dat verder, waar omtrent de provinciën uit art. 132 der Provinciale wet, en omtrent de gemeenten uit artt. 137 en 138 der Gemeentewet blijkt dat. zij een van den Staat afgescheiden vermogen bezitten, en dus rechtspersoon zijn, men nergens dergelijke bepalingen zal aantreffen omtrent Nederlandschlndië of andere koloniën van den Staat;

dat men zich trouwens de geschiedenis slechts behoeft te binnen te roepen, die leert, dat de Staat der Nederlanden eene politieke resultante is van de vroegere door de Unie van Utrecht gealliëerde souvereine provinciën en deze weer van gemeenten, die allen bij de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden hun privaat vermogen behouden hebben, terwijl de koloniën slechts wingewesten zijn met administratief afgescheiden finantieel beheer (gelijk bijv. het beheer van het Agentschap van de Paktorij of Handelsbank te Semarang administratief afgescheiden is van dat te Soerabaja en die weder van de hoofdkantoren in Patria) doch geenszins met eigen eigendommen;

dat dus de stelling, die de major vormt van 's raads sijllogisme: Nederlandsch Indië is een rechtspersoon' J bewezen is onjuist te zijn, waarmede het sijllogisme vervalt, zoodat het niet noodig is den raad te volgen in zijne redeneering wie die (niet bestaande) rechtspersoon vertegenwoordigt;

dat men dus heeft het zedelijk lichaam, genaamd de Staat der Nederlanden, eigenaar van de zich in de kolonie bevindende gronden, voor zoover anderen daarop geen rechten bewijzen kunnen en welke art. 1 Staatsblad 1870 no. 116 tot dome'nen van den Staat verklaart; eigenaar van de zich in de kolonie bevindende goederen bedoeld in de bovenaangehaalde artikelen der Comptabiliteitswet; schuideischer krachtens door derden met