vertraagde uitvoer, doch niet het eenvoudig bezit van opium, al is het de blijkbare bedoeling die opium op Java in te voeren;

O. dat dus het feit, waarvan bovengenoemde Chineezen worden verdacht, noch als misdrijf noch als overtreding is aan te merken ;

Gelet, behalve op de aangehaalde wetsbepalingen, op art. 240 van het Inlandsen Reglement, zooals dat is gewijzigd bij Staatsblad 1885 no. 81;

Beschikkende,

Verklaart, dat het feit, waarvan de Chineezen Lauw Oe en Go Heng worden verdacht, noch als misdrijf noch als overtreding is aan te merken;

Geiast dat zij onmiddellijk op vrije voeten zullen worden gesteld, ten ware zij om andere redenen in hechtenis behooren te blijven.

HET HOOG-GERECHTSIIOF VAN NEDERLANDSCH INDIE,

Gelezen de beschikking van den President van den Landraad der Stad en Voorsteden van Batavia van 7 November 1889, waarbij is verklaard, dat het feit, waarvan de Chineezen Lauw Oe en Go Heng worden verdacht, noch als misdrijf noch als overtreding is aan te merken, met last dat zij onmiddellijk op vrije voeten zullen worden gesteld, ten ware zij om andere redenen in hechtenis behooren te blijven;

Nog gelezen het requisitoir van den Procureur-Generaal dd. 12 December 1889 no. 2549, strekkende tot vernietiging van voormelde beschikking en met last tot terechtstelling en inhechtenisstelling van de verdachten Lauw Oe en Go Heng, ter zake in dat requisitoir omschreven;

O. dat het gehouden onderzoek genoegzame bezwaren tegen de personen van Lauw Oe en Go Heng heeft opgeleverd, om hen rechtens verdacht .te houden, dat zij, na op den 24sten September 1889 met het Engelsche stoomschip Almora van Singapore in de haven van Tandjoeng Priok te zijn aangekomen, 42 groote, 16 kleine blikken en 37 darmen met opium, ter zwaarte van 817.97 thail netto, welke opium zij van Singapore