thans appellant, en het met woorden of gebaren beleedigen of dreigen, door eenen faselier tegen hem gepleegd, valt binnen de omschrijving van art. 99 Cr. W.;

O. dat, volgens art. 110 van het genoemde Reglement op den Tnwendigen dienst, een planton keuken moet zijn korporaal en volgens art. 22 van datzelfde Reglement de korporaal, indien dit noodzakelijk is, in zijn dienst vervangen wordt door etn soldaat, ter keuze van zijn compagniescommandant;

dat nu het bewijs ontbreekt dat Koppen toenmaals dienstdoend korporaal en daartoe door zijnen compagniescommandant was aangewezen en dus bevoegd was als korporaal planton keuken te fungeeren, moetende veeleer het tegendeel worden aangenomen, nu uit het gerechtelijk onderzoek gebleken is, dat te Palembang, waar de door beklaagde, thans appellant, geïncrimineerde feiten gepleegd zijn — aangezien het kader aldaar te klein is — de dienst van planton keuken meestal werd waargenomen door een fuselier en niet door eenen korporaal of als zoodanig dienstdoenden fuselier, daartoe op wettige wijze aangewezen;

O. dat op grond hiervan de fuselier Koppen toenmaals niet de meerdere in rang was van den beklaagde, thans appellant, zoodat de door hem gepleegde wettig bewezen feiten geen misdrijf of overtreding daarstellen, weshalve hij, met vernietiging van het vonnis, waarvan appel, alsnog van de tegen hem ingebrachte beschuldiging moet worden vrijgesproken;

Gelet enz.;

Rechtdoende,

In naam en van wege de Koningin!

Ontvangt het appel;

Vernietigt het vonnis, waarvan appel;

Spreekt den in hoofde dezer genoemden beklaagde vrij van de tegen hem ingebrachte beschuldiging;

Gelast dat hij onmiddellijk uit zijn arrest zal worden ontslagen, tenzij hij om andere redenen daarin behoort te blijven;

Verwijst den Lande in de kosten van het geding.