Gelet op art. 50 van 's Hofs Provisioneele Instructie;

Rechtdoende:

In naam en van wege de Koningin!

Vernietigt, het vonnis waarvan appel;

Verklaart den krijgsraad onbevoegd kennis te nemen van het den beklaagde, thans appellant, bij introductieve klacht van 1 April 1893 ten laste gelegde;

Verwijst den beklaagde, thans appellant, te dier zake naar de bevoegde militaire autoriteit ten einde hem disciplinair te corrigeeren, des geraden oordeelende;

Verwijst den staat in de kosten en misen der justitie, mitsgaders in die van den processe in beide instantiën gevallen.

SENTENTIE DEFINITIEF.

Zitting van 15 September 1893. Voorzitter als voren.

Art. 99 Crim. Wetb. — Insubordinatie door woorden.

Het bezigen van het woord „pilledraaier" door een mindere ten aanzien van een officier van gezondheid, die hem geneeskundig onderzocht en niet ziele bevonden had, valt onder bereik van art. 99, Crim. Wetb.

HET HOOG-MILITAIR-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIE,

Gezien het vonnis van eenen daartoe benoemden krijgsraad te Bandjermasin tegen den in hoofde dezer genoemden beklaagde gewezen op den 15den en uitgesproken op den 18den Juli 1893, waarbij hij is schuldig verklaard aan „insubordinatie door woorden" en overzulks veroordeeld tot de straf van militaire detentie voor den tijd van zes maanden en plaatsing bij het strafdeta-