van 15 Juni 1892, tusschen partijen gewezen, voor zoover daarvan is geappelleerd;

Veroordeelt den appellant in de kosten der appellatoire instantie.

Zitting van 19 October 1893. Voorzitter en Raadsheeren als voren :

Art 1930 B. W. — Beslissende eed. — Echtscheiding.

In zaken van echtschtiding is de beslissende eed niet als bewijsmiddel toegelaten.

M. Th. G., particulier, wonende te Djombang, appellant, comp. bij den adv. en proc.

Mr. A. H. du Mosch, contra

L. P. C., zonder beroep, rechtens wonende te Djombang, ten huize van haren echtgenoot, den appellant, doch thans verblijf houdende ten huize van haren vader te Semboeng, afdeeling Djombang, geintimeerde, comp. bij den adv. en proc. Mr. D. Fock.

HET HOOG GERECHTSHOF VAN NEDERLANÜSCH-1NDIE,

Gehoord partijen ;

Gezien de stukken;

Ten aanzien der feiten :

Overnemende de uiteenzetting daarvan in het door den raad van justitie te Soerabaja tusschen partijen gewezen vonnis dd. 1 Februari 1893, waarbij de eisch is toegewezen, ontbonden is verklaard door echtscheiding, het huwelijk den 19den December 1885 tusschen eischeresse en gedaagde te Soerabaja gesloten > met alle wettelijke gevolgen van dien, is bepaald, dat de uit het huwelijk geboren kinderen zullen blijven bij eischeresse en gedaagde is veroordeeld in de kosten van het geding, ook die