met de ter terechtzitting van 28 April 1 890 door eerstgenoemden getuige onder eede, zonder eenige beperking met betrekking tot den duur van het beheer, afgelegde verklaring, dat hij na het vertrek van Lim Tong naar China het „beheer over den tusschen dezen en Tjioe Tjong Ping gedreven handel gezamenlijk met den chinees Lim Tooi voerde — rechtens vastaat dat ook door appellanten zelf de gezamenlijke erfgenamen van Lim Tong, of namens hen het beheer der zaak is gevoerd", ook acht heeft geslagen en zijne eindbeslissing heelt gegrond op een door dien Landraad ter gelegenheid van evengemeld onderzoek gehouden getuigenverhoor omtrtnt de vraag of het beheer der handelszaak door den auteur der adressanten en na diens dood door adressanten zei ven is gevoerd, welk onderzoek aan den Landraad bij evengemeld interlocutoir niet was opgedragen, zoodat de Kaad in plaats van alleen op de stukken en op het naar aanleiding van het interlocutoir gehouden onderzoek uitspraak te doen, ook nog recht heeft gedaan op dingtalen en getuigenverhooren omtrent punten, waaromtrent het onderzoek in eersten aanleg gesloten en door den Raad in hooger beroep niet heropend was;

Ille. schending en verkeerde toepassing van de artikelen 59 eerste lid en 76 eerste en tweede lid van het Reglement op het Rechtwezen in het gewest Riouw, Staatsblad 1882 No. 84, doordien de Raad van Justitie te Batavia bij het vonnis a quo recht heeft gedaan op een verslag van deskundigen, afgelegd ter terechtzitting van den Landraad te Tandjong Pinang van den 6den Mei 1893, op welk verslag niet had mogen worden gelet:

le. omdat de Landraad bij de benoeming der deskundigen verzuimd heeft te bepalen of die deskundigen hun verslag mondeling of schriftelijk moesten uitbrengen;

2e. omdat de Landraad ter terechtzitting van den llen Maart 1893 heeft gelast dat de benoemde deskundigen op den I8en Maart 1898 hunne bevinding zouden uitbrengen en die deskundigen inderdaad ter terechtzitting van den 18den Maart 1893 een verslag hebben uitgebracht;

3e. omdat, hoewel aan de benoemde deskundigen niet was gelast om eene nadere bevinding uit te brengen, deze toch uit