MILITAIRE RECHTSPRAAK.

HOOG-MILITAIR-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH INDIË.

SENTENTIEN.

Zitting van 21 September 1894.

Voorzitter: Mr. H. van Dissel Szn.

Art. 227 Strafw. voor Inlanders.

Het met een kapmes moedio'llig toebrengen van kwetsuren valt niet onder art. 2.30, maar van art. 2 27 Strafw. voor Inlanders, wanneer de toegebrachte wonden eerst na acht dagen genezen waren, ook al heeft de verwonde fuselier, gedurende de behandeling, zijn gewonen dienst kunnen verichlen.

HET HOOG-MILITAIR-GERECHTSHOF,

Gezien het vonnis van eenen daartoe benoemden Krijgsraad te Bandjermasin tegen den in hoofde dezer genoemden beklaagde, gewezen op den 28sten en uitgesproken op den Sisten Juli 1894, waarbij hij, met vrijspraak van het hem in de klacht ten laste gelegde, als zoude hij met zijn kapmes den Iulandschen Korporaal Kartosonto No. 15510 hebben gedreigd, is schuldig verklaard aan: „het toebrengen van onbeduidende kwetsuren, geene ziekte of onbekwaamheid tot persoonlijken arbeid ten gevolge gehad hebbende, als overtreding gepleegd", en overzulks