veroordeeld tot de straf van militaire detentie voor den tijd van twee maanden ter vervanging van ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van gelijken duur, met verwijzing voorts in de kosten en uaisen der Justitie, mitsgaders in die van den processe, met uitzondering van die, welke als een gevolg der eerste vrijspraak behooren te komen ten laste van den Lande;

Gelezen den namens den appellant op 20 Augustus 1894 gediende» eisch in appèl, waarbij wordt gerefereerd aan 's Uofs oordeel onder protest van kosten ;

Nog gelezen de door den geappelleerde R. O. op 25 Augustus 1895 gediende schriftuur van antwoord in appèl, waarbij wordt geconcludeerd: „dat liet Hof, met ontvangst van het appèl en verbetering van het vonnis waarvan appèl, den beklaagde zal schuldig verklaren aan : „het moedwillig toebrengen van kwetsuren, geene ziekte van meer dan 20 dagen ten gevolge gehad hebbende", hem overzulks zal veroordeelen tot de straf van één maand militaire detentie, ter vervanging van dwangarbeid huiten den ketting voor gelijken duur en de betaling eener geldboete groot acht gulden, met bepaling dat bij niet betaling hij in lijfsdwang zal kunnen ondergaan militaire detentie voor één dag, ter vervanging van dwangarbeid buiten den ketting voor gelijken duur";

Gezien de verdere stukken van den processe, zoo ter eerste instantie als in appèl gediend ;

O. dat de beklaagde, thans appellant, te bekwamer tijd van het tegen hem gewezen vonnis is gekomen in hooger beroep;

O. dat het vonnis, voorzoover het eene vrijspraak bevat, bij gebreke van een eisch a minima, niet aan appèl is onderworpen;

O. dat de Krijgsraad te recht, op de gronden en bewijsmiddelen in het vonnis vermeld, als wettig bewezen heeft aangenomen, dat beklaagde, thans appellant, op den 2den April dezes jaars, ten 5 1 /., uur 's namiddags, den Inlandschen fuselier Rono, met een kapmes aan hoofd en rug verwond heeft;

O. dat de Krijgsraad echter het hierdoor misdrevene r.iet naar behooren heeft omschreven, daar toch, al moge de fuselier Rono gedurende de behandeling zijn dienst hebben kunnen verrichten,