Iets nieuws te leveren op het gebied der Moslimsche wetgeleerdheid zou trouwens zonder ketterij moeielijk gaan, daar de wet van goddelijken oorsprong en dus voor verbetering niet vatbaar wordt geacht, terwijl bijna alle denkbare vragen reeds door gezaghebbende geleerden van vroeger zijn opgelost.

Zoo zijn dan de verhandelingen van Sajjid Oethman voorden Europeeschen lezer het belangrijkst als documenten van het Inlandsch-Mohammedaansclie leven van onzen tijd.

Sajjid Oethman is wel Arabier, en heeft vele jaren met wetgeleerde studiën in Hadhramaut en Mekka doorgebracht, maar hij is hier geboren en woonde gedurende het grootste deel zijns levens te Batavia. Hij kent dus een deel der Itilandsche Maatschappij door en door, en van het andere deel vernam en verneemt hij veel, doordien sedert jaren panghoeloe's, godsdienstleeraars en anderen, die moeielijkheden op het gebied der godsdienstige wet ontmoeten, van Java, Suinatra en Bomeo met hunne casusposities en vragen tot hem komen.

Bemerkt hij uit de veelheid der vrageu ten aanzien van een zelfde punt het hestaan eener question 'orulante, zoo geeft hem dit allicht aanleiding om eene brochure over de zaak te schrijven, die hij dan op zijne eigene lithographische pers pleegt te drukken. Ook onafhankelijk van die aanvragen neemt hij echter niet zelden verschijnsels in de Inlandsche maatschappij waar, die uit het oogpunt der Moslimsche wet beschouwd ergerlijk moeten heeten, en stelt dan ter bestrijding van die misbruiken of verkeerde zeden eene verhandeling op.

Als auteur vervult Sajjid Oethman dus tweeërlei functies: die van moefti, d. i. iemand, die met een aan degelijke studie ontleend gezag de bepalingen der godsdienstige wet aan weetgierigen verklaart, en die van godsdienstleeraar, die in woord en geschrift de geloovigen vermaant tot een Gode welgevalligen wandel.

In beide functies verzuimt hij nooit rekening te houden met de politieke en sociale toestanden in het land zijner inwoning. Als moefti zoekt hij steeds naar oplossingen, die in verband met de plaatselijke omstandigheden practisch uitvoerbaar zijn, en als godsdienstleeraar vergeet hij niet, dat de Islam hier en