O. dat, waar de Staat reeds geslaagd is met haar beroep op het bovenaangehaalde Koninklijk Besluit, niet nader behoeft te worden onderzocht of artikel 520 van het Burgerlijk Wetboek ten deze toepassing moet vinden;

Gelet op artikel 58 juncto 342 van het Reglement op de Burgerlijke Rechtsvordering:

Rechtdoende:

Doet te niet het appèl.

Bekrachtigt mitsdien liet vonnis van den Raad van Justitie te Batavia de dato 1 December 1893 tusschen partijen gewezen.

Veroordeelt appellant in de kosten in beide instantien gevallen.

Zitting van 21 Februari 189~>. Voorzitter: als voren.

Art. 114 Burg. Rechtsv.—Eene niet met redenen omkleede

conclusie van antwoord. — aanvulling van dat

antwoord in hooger beroep. — zaken van

koophandel. — bewijs.

Een conclusie van antwoord is niet met redenen omkleed en voldoet derhalve niet aan het voorschrift van art. 114 Burg. Rechtsv., indien de gedaagde daarin slechts heeft gesteld: „dat „hij ontkent ter zake van aan hem van 2.9 Mei tot en met 14 ,,September 18: 9.5 verkochte en geleverde handelsgoederen, zooals „deze bij het exploit van dagvaarding zijn gespecificeerd, alsnog „aan eischer eene som van f 1024.69 schuldig te zijn."

In hooger beroep kan echter dat antwoord worden aangevuld en verduidelijkt door een gemotiveerde tegenspraak.

Al ontkent gedaagde dat. hij koopman is en dat de schuld, waarvoor hij aangesproken wordt, uit daden van koophandel voortspruit, dan is het getuigenbewijs, om aan te toonen het be-